Datering

Hoekkastje

Hoekkastje beschilderd met bijbelse voorstelling

Gedetailleerde beschrijving

Kwartrond hoekkastje met een links sluitend deurtje tussen zijstijlen en een geschulpt uitgezaagd bovenstuk over de breedte van het kastje. Het kastje heeft een hol plintje en een holle bovenrand. De deur is met twee vlinderscharnieren bevestigd. Langs de sluiting heeft de deur een smal halfrond slaglijstje. Binnenkant: [ongeopend beschreven]. Beschildering: De beschildering is over de gehele voorkant geschilderd, inclusief de stijlen.

Identificatie
Titel
Hoekkastje
Objectnummer
006659
Objectcategorie
Meubilair
Objecttype
  • hoekkast
    Vrijstaande, hangende of ingebouwde kasten, die zo gemaakt zijn dat ze precies in een hoek van een kamer passen. (AAT-Ned)
  • kast (meubilair)
    Bergplaats, meestal afgesloten met een of meer deuren, losstaand of ingebouwd. (Haslinghuis)Meubelstuk om alle mogelijke zaken in op te bergen. Staat veelal op poten of een voetlijst, heeft een of meer deuren en aan de binnenzijde legplanken, laden of een kledingrek. Kasten in kerken en kloosters kunnen deel uitmaken van de kerk- of klooster-geschiedenis, vanwege functie en gebruik. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • beschilderd meubilair
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-16147
Werk
Breedte
70.0 cm
Hoogte
105.0 cm
Diepte
43.0 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
  • vurenhout
    Het Nederlandse woord vuren is de genormeerde naam voor het hout van de fijnspar (Picea abies). Het wordt dan vurenhout genoemd. In Nederland is vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort, en daarmee de meest gebruikte houtsoort. Het is niet alleen makkelijk te bewerken maar ook relatief goedkoop
  • verf
    Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof. (AAT-Ned)
Techniek
  • Geschilderd
    Schilderen: oppervlakkige behandeling, bestaande uit het aanbrengen van één of meer verflagen.
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Ameland
  • Leeuwarden
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Picturae

Trefwoorden