Datering
Maker Ids (Stavoren) Strikwerda

Ansjovisjol, Staverse jol, Herfstjol

Vissersschip. De Staverse jol is een type schip dat afwijkt van de andere traditionele nederlandse schepen, doordat een jol geen zijzwaarden heeft, maar een lange doorlopende kiel. Andere kenmerken zijn de platte spiegel en het ontbreken van berghouten.

Gedetailleerde beschrijving

Documentatie Ansjovisjol of Staverse jol (ZZM 002327) Vissersschip. De Staverse jol is een type schip dat afwijkt van de andere traditionele Nederlandse schepen, doordat een jol heeft geen zijzwaarden heeft, maar een lange doorlopende kiel. Andere kenmerken zijn de platte spiegel en het ontbreken van berghouten. Het schip is rond in de kop, de breedte ligt voor het midden en blijft lang doorlopen. De waterlijn loopt achter bijeen op de scheg, waar een spiegel op staat. Het vrijboord is hoog en de zijden vallen aan de bovenzijde naar binnen. Er zijn diverse theorieën over het ontstaan van de eerste jol in Friesland. Het meest waarschijnlijke is dat de jol in het midden vorige eeuw is ontwikkeld uit sloepvormige schepen. De aanpassing is een hogere kop en een doorlopende kiel. Tegen het einde van de vorige eeuw was de vraag naar kleine handzame schepen groot in verband met de gunstige verdiensten in de ansjovisvisserij. De jollen waren daarvoor zeer geschikt. Er werd gevist met dunne machinale netten, en met een licht scheepje waren deze goed binnen te halen. De jollen waren aanvankelijk klein (18 voet), de scheepjes waren geheel open. Er stond een spriettuigje met een fok op. Deze werden wel herfst-, ansjovis- of fuikenjollen genoemd. Er werden later ook grotere exemplaren gebouwd van 21 tot 25 voet lang, de zogenaamde haringjollen. Er waren er met een losse voorplecht (een tent), die omhoog gezet kon worden. De grootste jollen hadden een vaste plecht. Als tuigage voerden de grootste jollen een gaffelzeil, met een fok op een botteloef en kluiver met kluifhout. RESTAURATIES: De toestand van de jol was bij de verwerving al van dien aard dat totale restauratie nodig was. In 1957 werd het schip vrijwel geheel gesloopt. De reconstructie die in 1960 werd uitgevoerd was volgens U.E.E. Vroom '..zo volledig, dat men van nieuwbouw kan spreken.' [Schepen van het Zuiderzeemuseum, p.17] De reconstructie is in het museum vervaardigd door Machinus de Jonge. HISTORISCHE BIJZONDERHEDEN: ca. 1893: gebouwd te Stavoren, door Stikwerda of Roosjen. 1893-1895: onbekende eigenaar. 1895-1950: eigendom familie Van Meeteren, Stavoren, Haarlem. 1950-heden: eigendom Zuiderzeemuseum. Volgens een brief d.d. 29 juli 1950 van de heer A. van Meeteren uit Haarlem is de jol omstreeks 1893 gebouwd. De toestand van de vloot was rond die tijd zo slecht dat toen er veel ansjovis in de Zuiderzee kwam er in Stavoren niet voldoende zeewaardige vaartuigen waren om de visjes te vangen. Enige notabelen van deze plaats brachten geld bijeen en daarvan werden 8 jollen gebouwd namelijk 2 haringjollen en 6 herfst- of ansjovisjollen. Een van deze kleine jollen is al sinds 1895 in het bezit van de familie Van Meeteren geweest. De heer A. van Meeteren heeft dat scheepje aan het museum geschonken. De ST 4. Dit schip is eigendom geweest van het museum. Bij de werf Jordens is er een grondige, maar niet juiste nieuwbouw geweest. In 1982 is dit schip verkocht en verbouwd door de werf van R. van der Werff in Workum en afgebouwd als jacht.; Ook zou de jol ST 36 enige tijd van het museum zijn geweest.; [aantekeningen Thedo Fruithof, sma09.wp] INHOUD VAN HET DOSSIER: 1. correspondentie aankoop. 2. aantekeningen en teksten. 3. tekeningen en schetsen, rekeningen . 4. foto's. De jol heeft ooit in de Oosterhaven gelegen [objectkaart]. Daarna heeft het scheepje in de schepenhal gestaan. [Vroom, schepen van het Zuiderzeemuseum; aantekening Thedo Fruithof]. OUDE CODE: sm a 09.

Identificatie
Titel
Ansjovisjol, Staverse jol, Herfstjol
Objectnummer
002327
Objectcategorie
Vaartuigen
Objecttype
  • ansjovisjol
    Fries vissersvaartuig uit Stavoren en Molkwerum, ook wel herfst- of fuikenjol genoemd; zij is een variant van de Staverse jol en werd i.h.b. gebruikt voor de ansjovisvisserij waarvoor lichte, fijne netten nodig waren; deze jollen waren rond 1900 in de vaart; de oudste typen werden gesleept, maar later werden ze getuigd met een sprietzeil en een fok die op de steven vast zat.
  • Staverse jol
    Oorspronkelijk een Fries vissersvaartuig vooral voor de visserij op paling en ansjovis, maar ook op haring en bot. De eerste zijn gebouwd omstreeks 1870, toen de ansjovisvisserij grote opgang maakte. Omstreeks 1951 zijn ze verdwenen. Deze eerste jollen hadden een ronde kop en geen uitstekende onderdelen. Ze waren geheel open. Na 1900 werden ze groter en de overnaadse beplanking werd gladboordig gelegd. De voorsteven was gebogen, het achterschip was gebouwd met een hartvormige, bijna verticaal staande spiegel. Achter de mast was het ruim, waarin eventueel een bun was gebouwd. (aatned.nl)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-12956
Over
Onderwerpen
  • Visserijvaartuig
    Boot, schuit of schip gebruikt bij het vissen of het vervoer van (levende) vis. (debinnenvaart.nl)Vissersboten zijn boten die vissers gebruiken bij het uitoefenen van hun beroep. Zowel kleine houten boten als grote gemotoriseerde boten worden gebruikt voor visserij op zee of op de binnenwateren. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
  • Zeilboot
    Te gebruiken voor boten, meestal eenmasters, die hoofdzakelijk met behulp van zeilen worden voortbewogen. (AAT)
Werk
Breedte
217.0 cm
Hoogte
108.0 cm
Lengte
580.0 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Maker
  1. Ids (Stavoren) Strikwerda (vervaardiger)
Datering
Materiaal
  • hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • ijzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • katoen
    Textiel gemaakt van katoenvezels. (Toegepaste Kunst Project, RKD)
  • touw
    Koord; bundel garen die eerst tot een draad gesponnen wordt, waarna meerdere draden tot een streng of kardeel worden geslagen. Meerdere kardelen bij elkaar vormen een touw.Zwaar koord, tenminste 6,35 mm in diameter, dat is gevormd door twee of meer strengen van natuur- of kunstvezel ineen te draaien. (Toegepaste Kunst Project, RKD)Een touw of koord is een middel om zaken bij elkaar te binden, of om trekkrachten over te brengen. In het laatste geval gebruikt men vaak een dikkere variant, kabel of zeel die bestaat uit ineengedraaide strengen. Dit zijn op hun beurt weer om elkaar heen gedraaide draden of vezels.
Aankoop & Licentie
Verworven
schenking
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Stavoren
  • Haarlem
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
N.J. Steltenpool

Trefwoorden