Datering
Maker Jan Kroese
VN 95
Dit type schip is ontstaan naar aanleiding van gesprekken tussen de visser en de werfbaas. Het voorstel was een klein schip te bouwen met een vaste plecht, waaronder een verblijfje kon worden gemaakt. Het moest geschikt zijn om in het ondiepe gedeelte van de Zuiderzee te kunnen varen. Het schip vertoont kenmerken van zowel een botter als een schokker. Het ontleent zijn naam aan de ronde (bolle) vorm. Voor 1932 is met de Vollenhove 95 gevist op bot met zijden netten, op paling met dobbers en kuil, op spiering en haring met sleepnetten en op spiering met staande netten. Na 1932 viste men ermee op spiering en paling. Aan boord zijn de netten, stokken en gewichten te zien die voor de botvisserij werden gebruikt. De bol stond later model voor de in staal gebouwde plezierjachten.
Gedetailleerde beschrijving
Vissersschip ook wel Vollenhovense bol genoemd met tuig en toebehoren: VN 95 Dit schip is gebouwd in 1902 voor Simon Molenberg (Siemen van Triest) uit Vollenhove. In formulieren van CVR en Rijksdienst van de ZZ-steunwet wordt het schip een aakje genoemd. Er wordt vermeld dat 'het schip geen jol, of pluut, of bons of bol is, ook is het geen schokker het is een eenling'. Volgens Jan Kiefte (informant P. Dorleyn) is het schip door zijn grootvader Jan Kroese gebouwd. '(zeil-)aak' zou volgens Thedo Fruithof een betere benaming zijn. Het vlak vertoont namelijk meer overeenkomst met lemsteraken dan met de bolletjes van Vollenhove. Ook de verdere lijnen lijken meer op die van aken. De eerste eigenaar zou Simon Molenberg (Siemen van Triest) (1879- 1965) uit Vollenhove zijn geweest. ZZ-steunwet gegevens: Voor 1932 werd met de VN 95 gevist op bot met zijden netten, paling met dobbers en kuil, spiering en haring met sleepnetten en spiering met staande netten. In 1938 gaat de IJsselmeervergunning over op Jacob Pieter, die al vanaf zijn elfde jaar bij vader aan boord vaart. In 1934 staan zij te boek als 'lang hoekwant visscher (paling) en spieringvisscher'. In 1935 dient Simon een kredietaanvraag in voor de aanschaf van zo'n 35 fuiken. In 1937 zijn de resultaten met het hoeken echter zo slecht dat de Molenbergs ermee stoppen. Maar ook met de fuiken wil het in de omgeving van Vollenhove niet, in tegenstelling tot de rest van het IJsselmeer. Samen met T. Schuurman (VN11) en J. Schuurman (VN 75) vragen ze daarom verhoging van hun steun aan. Discussie volgt met de Rijksdienst. De dienst vondt het raadzaam om naar ander werk om te zien, in verband met de aanleg van de NO-polder. Na bezwaarschriften te hebben ingediend, worden de Vollenhovers in 1938 in het gelijk gesteld van hun steun aanvrage en ontvangen zij hun achterstallige toelage. Goederen welke tot het visserijbedrijf horen: 1 aak VN 95 met toebehoren, incl. 2 zeilen. 1 punter (in 1928 gebouwd te Vollenhove), 2 kluiffokken, 1 bezaan, 58 perkjes botnetten, 32 perkjes (64) spieringnetten, 1 kuil met touwen en boom, 1 kuil, 3 klaarzakken, 1.000 botnetkurken, 40 botnetkurken, 2 sleden, 9 spieringsleepnetten, 3 haringsleepneten, 12 bakken met 12 spleet hoekwant (125 hoeken per spleet), 500 aaldobbers, 40 gewichten, 1 ijslijn, 1 zeil, 1 fok. De waarde van aak met toebehoren werd geschat op f1.150,-, de punter op f 47,- en de overige zaken op totaal f 1.178,-, tezamen in de boeken f 2.375,-. Doordat de werkelijke waarde door de afsluiting gedaald was tot f 500,-, had Molenberg recht op een vergoeding van een waardevermindering van f 1.875,-. Er stond echter nog een schuld van f 835,61 bij de Credietverzekering voor de Zuiderzee. Van wat uiteindelijk restte, ontving hij , uitgesmeerd over een periode van 20 jaar, 5% of f 32,26 per jaar. Een andere aantekening van inspecteur Boor, gedateerd 25 juli 1948, luidt: Jacob Pieter is in maart van dat jaar verdronken tijdens het fuikenvissen en het scheepje ligt werkeloos tegen de wal. 'Er is iemand uit Kampen geweest, die heeft f 2.500,- geboden, doch voor dit bedrag wilde (Simon) Molenberg het niet kwijt'. 'Voorts is dit vaartuig van een bijzonder structuur, enig in VN. Het schip is geen jol, of pluut, of bons of bol, ook is het geen schokker, het is een eenling. Zou dit iets wezen voor het Zuiderzeemuseum?'. OUDE CODE: SM A 08; TYPESCHIP: zeilaak SOORTSCHIP: vissersschip VISSERIJ-REGISTRATIE: VN 95 ; BOUWER:Jan Kroese, Vollenhove [?] BOUWJAAR:1902; MOTOR: geen (15 pk Ford A motor 4 cyl is eruit gehaald); EIGENAARS (in chronologische volgorde):; naam eigenaar: adres/plaats: data: Simon Molenberg, stad Vollenhove (1879-1965) 1902-1941 Jacob Pieter Molenberg, Bisschopsstraat 193, 1941-1948 Vollenhove (2-12-1904-1948); CVR: 1949 schip verkocht naar Nijkerk, niet meer voor visserij gebezigd. J.Ph. Stephan, Dorpstraat 3 a, Nunspeet 1949?-1952; INFORMANTEN: K.ter Laan, Herengracht 6, 3601 AL Maarssen (03465-71921) SCHEEPSTYPE:; In tegenstelling tot de punterachtige schepen en schokkertypen, waarvan men al op prenten en schilderijen uit de zeventiende eeuw, afbeeldingen vindt, is de Vollenhovense bol, evenals de lemsteraak een betrekkelijk recente aanvulling van de toch al zo gevarieerde Zuiderzeevloot. Bekend is dat de eerste bol gebouwd is door Kroese in Vollenhove voor de visser A. Jongman Pzn. Deze bolletjes (plaatselijk bollegien genoemd), waren geschikt om in het ondiepe gedeelte van de Zuiderzee te kunnen varen. In verband met de ondieptes vooral voor de haven van Vollenhove was een schip met weinig diepgang gewenst. Kroese zou als eerste een scheepje gebouwd hebben dat iets leek op een botter en ook kenmerken van een schokker vertoonde. Dit scheepje was ongeveer 6.00 m lang. Het model bleek geslaagd en meerdere vissers bestelden een bolletje. Andere werven gingen ook over op het bouwen van bollen, zoals Huisman in de Ronduite (Wanneperveen) en Snoek in Blokzijl. In de jaren 20 en 30 zijn er ook enkele bollen als jacht gebouwd. Toen de ijzerbouw meer ingang vond, werden er vooral na 1960 veel typen bollen gebouwd; als jacht. Het verkleinen van een botter kan niet zomaar, daarom moest er geëxperimenteerd worden met de diverse lijnen. Kenmerken van een bol zijn een recht vlak (zoals de schokker). De kop is breed en rond, maar loopt niet zoveel op als bij een botter. De zeeg is vlakker en het achterschip lijkt iets meer op een schokker. Ook de indeling lijkt meer op de schokker
Reacties