Datering
Maker Jacques P.L. Heemels

Onvoltooid model van het kofschip 'Harmonie'.

Onvoltooid model van een kofschip. Schaal 1:20. De romp is gebouwd op spanten en voorzien van huid en dekbalken. Het dek zelf ontbreekt. In de dekbalken zijn diverse openingen aangebracht voor luiken van verblijven en ruim. Achter het midden is een vrijwel voltooid en geheel ingericht dekhuis geplaatst. Dit dekhuis is uitneembaar en voorzien van een afneembaar dak. In het dekhuis zijn een slaapverblijf een keuken en een eetverblijf ingericht compleet met inventaris. Het achteronder is deels ingericht. Veel onderdelen van de betimmering zijn los meegeleverd waaronder een complete haard. Ook kasten, stoelen, een tafel, een wasbak en een trap etc. zijn los meegeleverd (B).
Bij het model hoort een verzameling bouwtekeningen welke is ingeschreven onder het objectnummer 2010-065.
Het kofschip Harmonie is gebouwd in 1827 op de werf van J. Schouten voor rederij Klerk en Voogd uit Dordrecht. De eerste kapitein was Jacob Strobuur die voer onder de vlag D 8.
Jacques Heemels (Herkenbosch 1942 - Arnhem 2008) was architect. Daarnaast schreef hij verschillende artikelen in het blad 'De Modelbouwer'. Hij bouwde meerdere varende modellen en was aangesloten bij de stichting minisail. Ook dit kofschip was bedoeld om een varend model te worden.

Identificatie
Titel
Onvoltooid model van het kofschip 'Harmonie'.
Objectnummer
FSM-2010-064-A
Objecttype
  • Scheepsmodellen
    Nabootsing van een vaartuig op klein formaat. (Encyclo.nl)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000021904
Over
Onderwerpen
  • Kofschepen
    18de, 19de eeuws scheepstype. Vrachtschip met ronde vormen en kromme voorstevenbalk. Gepiekt voor- en achterschip. Vrij smal vlak. 100-300 ton groot. De grote koffen waren kielschepen en hadden vaak geen zwaarden. Het waren tweemasters met een grote mast en bezaan. De grote mast was vaak zowel langsscheeps als (gedeeltelijk ook) dwarsscheeps getuigd. Ze werden voor de grote binnen- en voor de buitenvaart gebruikt. Vaak voorzien van roef en paviljoen. De kleinere van deze koffen hadden vaak een minder diepe kiel (slechts ca. 10 cm i.p.v. ca. 30 cm.) en beschikten wel over zwaarden. Ze waren soms, vooral in het voorschip minder gepiekt. (De Binnenvaart)Een kustvaarder die in de loop van de 18de tot in het midden van de 19de eeuw in de Nederlanden en Duitsland in de vaart was en de plaats innam van de fluit en de kat. (aatned.nl)
  • Dordrecht
Werk
Breedte
32.0 cm
Hoogte
35.2 cm
Lengte
135.0
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Jacques P.L. Heemels
Datering
Materiaal
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden