Toogslede

Gedraaid handvat en ajour bewerkt snijwerk van kinderfiguren op zeepaarden; beeldhouwwerk van ranken en bloemen rondom; op de vier zijden geschilderde taferelen, voorst. de vier jaargetijden, jacht- en ijstafereel, kinderen, arenden, zeemeerminnen, zeewezens en engeltjes, op de voorzijde wapenschilden van Holland en West-Friesland.; Zittingen en zitbak ontbreken. Het ijzerbeslag van de glijders loopt aan de voor en achterzijde door.; Beschrijving: 1: toogslede: de vier zijden zijn bekroond met; uitgezaagde motieven die met snijwerk voorzien zijn versierd. Het handvat is gedraaid. Op de voorkant is een versiering aangebracht die bestaat uit een uitgezaagde bloemquirlande, hangend aan twee punten waarvan de uiteinden van de slinger naar beneden hangen. De quirlande is met snijwerk versierd. De bekroning van de voorzijde bestaat uit een naakt vrouwenfi-; guurtje met ter weerszijde daarvan een zeemonster waar een kind op zit. De bekroning van de zijkanten stelt aan de achterkant twee naakte kinderen waarvan er een op een zeemonster zit voor, met krullen waartussen een omkijkende vogel. Aan de voorkant bestaat de bekroning uit krullen waartussen een naakt kind en een arendskop waar een naakt kind met het onderlijf van een vis tegenaan leunt.; Beschrijving: 2: bekroning achterkant: Aan de achterkant bestaat de bekroning uit naakte kinderen en dieren tussen krullen; een kind zit op de rug van een vogel met uitgespreide vleugels en ter weerszijde daarvan zijn twee kinderen en een zeemonster voorgesteld. Daaronder is een rand met drie naakte engeltjes tussen krullen en bloemen. Boven en onder deze laatste rand is een profielrand aangebracht en onder de rand is op de achterkant van de slede een versiering van uitgezaagde motieven van snijwerk voorzien; krullen, bloemen en twee naakte engeltjes voorstellend. Aan de onderkant van de achterkant, langs de zijkanten van de achterkant en aan de zijkanten, langs de achterkant is een smalle rand met snijwerk bestaande uit krullen aangebracht. De bekroningen van de vier zijden zijn aan de buitenkant van snijwerk voorzien, aan de binnenkant zijn de uitgezaagde motieven met eenvoudige groeven versierd. Aan de binnenkant is tegen de rugleuning van de slede nog een rand waarin krullen zijn uitgesneden aangebracht.; Beschrijving: 3: beschildering: De bekroningen van de vier zijden en de gesneden versieringen op de voor- en achterkant zijn geschilderd in de kleuren roze, groen, blauw, geel en zwart. De binnenkant en de onderkant van de slede is roodbruin geschilderd. Aan de voorkant is de ruimte boven de versiering zwart en hierop zijn, hangend aan een gele strik, twee wapens voorgesteld. Het linker wapen is blauw met twee leeuwen (het wapen van West-Friesland), het rechter is rood met een staande leeuw (het wapen van Holland). De vier zijden zijn gevuld met taferelen, die binnen een zwarte en vergulde rand geschilderd. Aan de zijkanten zijn de ruimten onder het tafereel van een extra voorstelling voorzien. Er is aan de twee zijkanten op die plaatsen een vergelijkbare voorstelling geschilderd in donkere tinten, bestaande uit een watervlakte met een zeemeermin en een zeemonster.; Beschrijving: 4: beschildering: taferelen vier zijden: op de voorkant is een landschap voorgesteld waarin op de voorgrond een boer met een ploeg die door twee paarden wordt getrokken is afgebeeld. Op de achtergrond zijn een molen en enkele huizen zichtbaar. Op de rechter zijkant zijn links op de voorgrond, onder een boom, een wandelende man en vrouw voorgesteld; rijk gekleed in zeventiende eeuwse dracht. Het landschap dat voorgesteld is is een landschap waar door twee mannen en een vrouw gehooid wordt. De vrouw, rechts op de voorgrond, bukt zich voorover en de twee mannen, verder op de achtergrond laden hooi op een kar. In het landschap staan een groot aantal hooischoven en op de achtergrond zijn bomen en twee kerktorentjes te zien.; Beschrijving: 5: Op de achterkant is een achttafereel voorgesteld; een man te paard en een hond rennen naar rechts, gevolgd door twee lopende mannen die elk een speer over de schouder dragen. In het landschap is links een aantal bomen en een brug over een rivier geschilderd en op de achtergrond bomen en twee dorpen met huizen en kerktorens. Op de linker zijkant is een ijstafereel geschilderd; op het ijs zijn op de voorgrond acht personen voorgesteld, gekleed in zeventiende eeuws kostuum, waarvan er een schaatst en een ander een ijsstok in de handen heeft. Op de achtergrond zijn op het ijs nog een schaatser en een arreslee getrokken door twee paarden voorgesteld. Op de achtergrond zijn op de oevers een aantal; boerderijen, een molen en twee kerktorens geschilderd. De taferelen op de vier zijden stellen respectievelijk de lente, de zomer, de herfst en de winter voor.