Datering

Toogslede

Toogslede

Gedetailleerde beschrijving

Rood, creme en zwart geverfd, met uitgezaag- de motieven. Het ijzerbeslag van de glijders loopt aan de voor en achterzijde door. De zittingen zitten los en zijn uitneembaar. De duwboom is gebogen met uitstekende handvatten.; Beschrijving: 1: toogslede waarvan de achterkant bekroond is met uitgezaagde motieven; twee leeuwen waartussen een ovaal,; bekroond wapenvlak. De zijkanten zijn bovenaan geschulpt van; vorm.; Beschrijving: 2: beschildering: De bekroning aan de achterkant; is als volgt beschilderd: de leeuwen, kroon, ondergrond en omlijsting van wapenvlak lichtbruin met donkerbruin en het wapenvlak donkerbruin. De vier zijden zijn aan de buitenkant gehout; lichtbruin met een donkerder omlijsting waartussen een lijn is geschilderd die deels wit en deels zwart is. Het handvat is zwart en de binnenkant is rood en donkerbruin en de onderkant is zwart.

Identificatie
Titel
Toogslede
Objectnummer
003703
Objectcategorie
Voertuigen
Objecttype
  • slee
    Het rollend balkgebint in een houtzaagmolen waarop de boomstam door de zaagraam geleid wordt. Bestaande uit: twee langsliggers met daaronder een tandheugel, voor- en achterhoofd, polbalk met daarin bevestigd de polstukken.
  • duwslee
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-8281
Werk
Breedte
61.0 cm
Hoogte
93.0 cm
Lengte
100.0 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
  • vurenhout
    Het Nederlandse woord vuren is de genormeerde naam voor het hout van de fijnspar (Picea abies). Het wordt dan vurenhout genoemd. In Nederland is vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort, en daarmee de meest gebruikte houtsoort. Het is niet alleen makkelijk te bewerken maar ook relatief goedkoop
  • verf
    Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof. (AAT-Ned)
Techniek
  • Houtsnijwerk
    Houtsnijwerk is hout, dat bewerkt is met een stuk snijdgereedschap, waardoor het een bepaalde vorm krijgt. Dit wordt dan op bijvoorbeeld klokken of meubilair aangebracht om het er mooier uit te laten zien. Vroeger was dit het ambacht van de houtsnijder en de beeldsnijder, tegenwoordig wordt het vaak machinaal met een freesmachine aangebracht. (Wikipedia)
Aankoop & Licentie
Verworven
onbekend 1952
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Enkhuizen
  • Sneek
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Wim Zandbergen