Datering
Maker Johannes Schijfsma

Johannes Schijfsma - zilveren suikerstrooilepel.

Suikerstrooilepel. Zilver. Ronde bak die is versierd met zaagwerk. Gebogen, S-vormige steel Bij de bak getordeerd, verder breed en glad uitlopend met versierde rand.
De lepel is geschonken uit een grote verzameling suikerstrooilepels die was bijeengebracht door Philip Lely (Den Haag 1948 - Rotterdam 2018).
Suiker was lange tijd een luxeproduct. Het werd verkocht in samengeperste blokken, zogenaamde suikerbroden. Om de suiker te kunnen gebruiken werd deze geschaafd, vermalen en gezeefd. Met een suikerlepel werd vervolgens de fijnste vorm van suiker, poedersuiker, uitgestrooid over bijvoorbeeld gebak.
Johannes Schijfsma Joh.zn., geboren te Sneek op 4 okt. 1821 en aldaar overleden op 25 april 1903. Zoon van stamvader Johannes Jans Schijfsma (1793-1864) en Anna Sophia Kresner (1788-1845). Stichtte met zijn vader in 1847 de firma J. Schijfsma en zoon (1847-1853). Begon in 1848 een goud- en zilversmederij in Woudsend. Vertrok in 1854 naar Sneek en vestigde zich aan het Grootzand 68. Hij trouwde op 9 maart 1848 met Anna Katrina Campen. Hij behield het bedrijf tot 1902 (op 15 febr. 1902 werden zijn meestertekens vernietigd). De zaak werd overgenomen door zijn zoon Johannes Henricus Schijfsma.

Identificatie
Titel
Johannes Schijfsma - zilveren suikerstrooilepel.
Objectnummer
FSM-2022-125
Objecttype
  • Suikerstrooiers
    Strooiers die met name bedoeld zijn voor het serveren van suiker op tafel, meestal cylinder- of balustervormig met een geperforeerd, bol deksel dat soms op de strooier zelf moet worden geschroefd. (AAT-Ned)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000026190
Werk
Breedte
5.3 cm
Diepte
4.8 cm
Lengte
16.2 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Johannes Schijfsma
Datering
Materiaal
  • Zilver
    Pure metallic element having symbol Ag and atomic number 47; a malleable, ductile, white metal with characteristic sheen, considered a precious metal. Silver is widely distributed throughout the world, occurring rarely as metallic silver (in Peru, Norway) but more often as silver-gold alloys and silver ore. Today silver is obtained as a byproduct in the refinement of gold, lead, copper, or zinc ores. Silver was smelted from the ore galena as early as 3800 BCE. As a pure metal, silver is second to gold in malleability and ductility, can be polished to a highly reflective surface, and used -- typically in an alloy, in jewelry, coinage, photography, mirrors, electrical contacts, and tableware. (Project Fotografie)Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Ag en het atoomnummer 47. Het metaal is smeedbaar, vervormbaar en wit van kleur met een kenmerkende glans en wordt als edel beschouwd. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken. (Archeological Base Register, RCE corporate website)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA