Datering
Maker Onbekend

Houten wiegje afkomstig uit een skûtsje.

Wieg. Blank hout voorzien van een transparante bruine kleuring. Naar boven toe taps uitlopend. Aan de korte zijden twee handvatten. Onder de wieg twee slijthouten. De wieg kan worden bedekt met een deksel.
Het wiegje is gebruikt in het gezin van Gerhardus Hempenius (Warten 23-8-1877 – Hijlaard 27-9-1949) en Richtje Jans Idsinga (Wjelsryp 17-7-1879 – Warten 20-2-1976). Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren: Age (Marssum 1911), Jan (Leeuwarden 1 juni 1912), Antje (Hijlaard 14 september 1913), Rients (Hijlaard 2 april 1915), Jeltje (Hijlaard 9 november 1916), Franskje (Hijlaard 17 juli 1918), Atze (Hijlaard 18 oktober 1919), Ybeltje (Echten 7 januari 1922). De vader van Gerhardus was Age Hempenius (Warten ? - Hijlaard 11-11-1926) die zich aan het eind van de negentiende eeuw als vaste turfschipper vestigde te Hijlaard. De familie Hempenius leverde al langer turf in Hijlaard maar had er niet eerder haar vaste woonplaats. Age liet een huis bouwen op de wal waarna Gerhardus in 1910 met zijn bruid in het turfschip kon gaan wonen. In 1911 kocht Geradus (of zijn vader Age?) een nieuw schip met een laadvermogen dat 10 ton hoger was dan dat van het oude: 42 ton. Een groter schip had niet gepast in de vaarroute naar Hijlaard. In 1931 konden Gerhardus en zijn vrouw Richtje het huis van zijn ouders betrekken. Dit was vooral voor Richtje en de kinderen een grote verademing na jaren in het krappe schip gewoond te hebben. Gerardhus bleef nog wel enige tijd in het schip slapen. Hij had wel meer koppige trekjes. Zo weigerde hij bijvoorbeeld ook over te stappen op de handel in kolen. De handel in turf liep af en toen het schip eens zonk werd besloten het te verkopen. Zoon Rients bleef wel varen, maar dan op een motorvrachtschip. Het wiegje bleef in de familie. Schenkster is een dochter van Jeltje en zo een kleindochter van Gerhardus en Richtje. Bovenstaande gegevens zijn geleverd door een zoon van Antje Hempenius en zo een kleinzoon van Gerhardus en Richtje.
Literatuur: - O. Faber, deel van een onbekende uitgave van Dorpsbelang Hijlaard (zie documentatiemap "Schippers").

Identificatie
Titel
Houten wiegje afkomstig uit een skûtsje.
Objectnummer
FSM-2010-004
Objecttype
  • Wiegen
    Een zuidelijke benaming voor bovenschijfloop.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000021817
Over
Onderwerpen
  • Skûtsjes
    Oorspronkelijk kleine Friese tjalken met een lengte tot circa 12 meter. De naam wordt tegenwoordig ook gegeven aan grote vrachttjalken die jaarlijks deelnemen aan het skûtsjesilen. (MARDOC)Zeilend, stalen kanaalscheepje met ronde vormen en kromme steven, sterk naar binnenvallend boeisel op voor- en achterschip, breed berghout met stuiten, gaffeltuig met de fok op een botteloef, uitgerust met een zogenaamde onderstijker voorzien van een wegerij, diepverzonken roef. Bij lengtes van 12 tot ruim 14 meter vaak rond de 3,3 meter breed. De grotere maten tot ca. 18 x 4,2 m. De holte bedroeg over het algemeen niet meer dan 1,2 meter. (De Binnenvaart)
  • Roefbetimmeringen
Werk
Breedte
36.5 cm
Hoogte
25.5 cm
Lengte
70.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden