Datering
Maker Mathijs Ankringa

Plafond met houtsnijwerk uit boerderij 'Arbeid en Moeite' te Ypecolsga.

Plafond bestaande uit eiken delen met daarop in hout uitgesneden versieringen. In het midden een ovaal rozet met symmetrische rolwerk en langwerpige bladeren. In het midden ruitmotieven. Om de middenrozet een profielrand van lange C-vormige krullen die een ovaal vormen. Tussen en rond deze krullen slingert een krans van bladeren en rozen. Langs de buitenrand van het plafond een rechthoekige perklijst die in de hoeken is versierd. Deze versieringen bestaan uit symmetrisch geplaatste C-vormige krullen en bladmotieven. Waar deze krullen in het midden samenkomen ontstaat een a-symmetrische krul in rococo-stijl met in het midden daarvan een nagel. Aan deze nagel zijn steeds verschillende linten en takken opgehangen die uitkomen in de ruimte tussen de C-vormige krullen: een gekreukeld sierlint, een lauwertak, een wijnrank en een bloementak. Tussen de C-vormige krullen steeds verschillende siermotieven. - Rechtsachter een korenschoof, omwikkeld met een gekreukeld lint. - Linksachter twee schaatsen (gezien van de zijkant en van onderen) en een slinger van hulst. - Rechtsvoor wijnranken met bladeren en druiventrossen. - Linksvoor een bloementak van rozen en tulpen.
Het plafond is afkomstig uit de boerderij 'Arbeid en Moeite' te Ypecolsga (Woudsend). Deze boerderij werd in 1783 gebouwd in opdracht van Wietske Michiels Tromp (1739-1809), echtgenote van Wieger Annes Visser (1743-1806) uit Woudsend (meer over deze boerderij bij inv.nr. C-022-a). Het snijwerk is ontleend aan diverse stijlen. De ruitmotieven van de middenrozet is barok (Lodewijk XIV), evenals de vormen van de twee lijsten daaromheen. Zij lijken te zijn gebaseerd op de versierstijl van Daniël Marot. Ook de symmetrie in de hoekstukken zou wijzen op Lodewijk XIV-stijl. Op enkele krullen zijn echter typische rococo-kammen (Lodewijk XV-stijl) aangebracht en ook de a-symmetrische krul is meer Lodewijk XV-stijl. Het gekreukelde lint om de korenschoven is zelfs in Lodewijk XVI-stijl. De vier hoekmotieven stellen de vier jaargetijden voor: schaatsen voor de winter, bloemtak voor de lente, koren voor de zomer en druiven voor de herfst. De vervaardiger van het houtsnijwerk is onbekend. Het is ontstaan onder invloed van het houtsnijwerk in het Sneker raadhuis (1761-1762) waaraan Johann Georg Hempel werkte. Navolgers van Hempel waren zijn in Sneek woonachtige bazen Gerrit Gorp (1729-1805, maar in 1786 uit Sneek vertrokken) en Jan van Nijs (? - 1780) en verder Pytter Jacobs van Wijk (1744-1817) en in mindere mate Mathijs Ankringa (1754-1814). Achterop de plafondstukken is iets geschreven, althans dat meent J. Hiemstra, de aannemer die het plafond geplaatst heeft, zich te herinneren. Volgens hem kwam de plaatsnaam 'Balk' er in voor.
literatuur: - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1988, 54-59. - S. ten Hoeve, Rococo in Friesland (Leeuwarden, 1991) pp. 31-32. - Sneeker Nieuwsblad 18 dec. 1958, 18 sep. 1978

Identificatie
Titel
Plafond met houtsnijwerk uit boerderij 'Arbeid en Moeite' te Ypecolsga.
Objectnummer
FSM-C-022-L
Objecttype
  • Bouwmateriaal
    Bouwmaterialen zijn organische en anorganische materialen die worden gebruikt bij de bouw en later herstel of onderhoud van gebouwen. (Conservation Dictionary)Stof, natuurlijk of kunstmatig vervaardigd, geschikt en gebruikt voor de constructie, beschutting en versiering van een gebouw. Allereerst behoren tot de bouwmaterialen: hout, (natuur- en bak)steen, beton, kalk, zand, cement, leien, dakpannen en andere gebakken materialen, ijzer en staal, lood en zink en vervolgens glas, gips, pleister, verf, tegels en kunststoffen. Tot in XIX werden alle materialen met de hand gevormd en bewerkt, sedertdien toenemend industrieel en machinaal. Bouwmaterialen worden vaak over grote afstanden vervoerd, vroeger in hoofdzaak over water. (Haslinghuis)
  • Houtsnijwerk
    Houtsnijwerk is hout, dat bewerkt is met een stuk snijdgereedschap, waardoor het een bepaalde vorm krijgt. Dit wordt dan op bijvoorbeeld klokken of meubilair aangebracht om het er mooier uit te laten zien. Vroeger was dit het ambacht van de houtsnijder en de beeldsnijder, tegenwoordig wordt het vaak machinaal met een freesmachine aangebracht. (Wikipedia)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000014549
Over
Onderwerpen
  • Ypecolsga
  • Woudsend
Werk
Breedte
cm
Hoogte
cm
Lengte
cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Mathijs Ankringa
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Textiel
    Textiel is letterlijk 'al wat geweven is'. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord 'texere' dat weven betekent. (Wikipedia)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden