Datering
Maker Onbekend

Baksteen, waarschijnlijk van het Hospitaler Klooster te Sneek.

Baksteen van roodbakkende klei.
De baksteen is waarschijnlijk afkomstig van het Hospitaler Klooster te Sneek.

Identificatie
Titel
Baksteen, waarschijnlijk van het Hospitaler Klooster te Sneek.
Objectnummer
FSM-1993-017
Objecttype
  • Baksteen
    Bakstenen zijn stenen die ontstaan door klei, hoofdzakelijk gewonnen in de uiterwaarden van de grote rivieren, te vormen in blokken en vervolgens op hoge temperatuur (c. 800 - 1100 °C) te bakken. Aan de hand van het vormingsprocedé onderscheiden we handvormstenen, vormbakpersstenen en strengpersstenen. Na te zijn gedroogd, worden de stenen opgestapeld en gebakken. De kwaliteit van de steen is afhankelijk van de temperatuur waarop deze gebakken is; hogere temperaturen geven hardere stenen, te hoge temperaturen gesmolten misbaksels. Omdat de stapel of 'tas' niet overal aan dezelfde temperatuur blootgesteld wordt, dient na het bakken gesorteerd te worden op hardheid en kleur. Dit gebeurt zowel visueel als op klank; Hardere stenen hebben een donkere kleur en geven een heldere klank als ze tegen elkaar geslagen worden (klinkers), zachtere stenen kleuren feller en klinken dof. Naar gelang ijzeroxide of calciumoxide de overhand heeft in de klei, kleurt de steen rood of geel. Bakstenen werden reeds gebruikt in de oudheid, aangenomen wordt dat in Nederland de productie techniek is herondekt door de kloosterlingen omstreeks 1250.
  • Bouwmateriaal
    Bouwmaterialen zijn organische en anorganische materialen die worden gebruikt bij de bouw en later herstel of onderhoud van gebouwen. (Conservation Dictionary)Stof, natuurlijk of kunstmatig vervaardigd, geschikt en gebruikt voor de constructie, beschutting en versiering van een gebouw. Allereerst behoren tot de bouwmaterialen: hout, (natuur- en bak)steen, beton, kalk, zand, cement, leien, dakpannen en andere gebakken materialen, ijzer en staal, lood en zink en vervolgens glas, gips, pleister, verf, tegels en kunststoffen. Tot in XIX werden alle materialen met de hand gevormd en bewerkt, sedertdien toenemend industrieel en machinaal. Bouwmaterialen worden vaak over grote afstanden vervoerd, vroeger in hoofdzaak over water. (Haslinghuis)
  • Bodemvondsten
    Bodemvondsten zijn archeologische vondsten te land, in tegenstelling tot archeologische vondsten onderwater. (Conservation Dictionary)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000008168
Over
Onderwerpen
  • Kloosters
    Kloosters zijn gebouwen of een complex van gebouwen, dienende tot verblijf van een gemeenschap van mannen of vrouwen die zich uit de wereld hebben teruggetrokken om in de beperking van de clausuur een godsdienstig leven te leiden. Zij richten zich naar een bepaalde regel of constitutie, waarbij aan de koordienst bijzondere aandacht wordt besteed. De oudste vorm van het kloosterlijk leven in Syrië, Palestina en Egypte was een losse verzameling van afzonderlijke cellen en kapellen. Deze vorm werd in de 4e eeuw na Christus naar Europa overgebracht. Kort daarna ontstond echter de streng georganiseerde en geconcentreerde kloostervorm, die berust op de regel van Sint-Benedictus van Nursia. Onder invloed van de Romeinse castra-aanleg werd de kern gevormd door de kloosterkerk met een kloosterhof die door een kloostergang omgeven is. Daaromheen groepeerden zich als voornaamste gebouwen de kapittelzaal, de dormter, de refter met keuken, de spreekzaal ocutorium of auditorium, en de ziekenzaal met kapel. Buiten de clausuur stonden het aalmoeshuis, het hospitium voor pelgrims en reizigers, de woning van de abt of prior, het salutatorium, schuren, stallen en kelders en een poortgebouw. Grote orden bezaten nog een melkerij, een bakkerij en een brouwerij. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
  • Sneek
Werk
Breedte
15.0 cm
Hoogte
7.0 cm
Lengte
32.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Baksteen
    Bakstenen zijn stenen die ontstaan door klei, hoofdzakelijk gewonnen in de uiterwaarden van de grote rivieren, te vormen in blokken en vervolgens op hoge temperatuur (c. 800 - 1100 °C) te bakken. Aan de hand van het vormingsprocedé onderscheiden we handvormstenen, vormbakpersstenen en strengpersstenen. Na te zijn gedroogd, worden de stenen opgestapeld en gebakken. De kwaliteit van de steen is afhankelijk van de temperatuur waarop deze gebakken is; hogere temperaturen geven hardere stenen, te hoge temperaturen gesmolten misbaksels. Omdat de stapel of 'tas' niet overal aan dezelfde temperatuur blootgesteld wordt, dient na het bakken gesorteerd te worden op hardheid en kleur. Dit gebeurt zowel visueel als op klank; Hardere stenen hebben een donkere kleur en geven een heldere klank als ze tegen elkaar geslagen worden (klinkers), zachtere stenen kleuren feller en klinken dof. Naar gelang ijzeroxide of calciumoxide de overhand heeft in de klei, kleurt de steen rood of geel. Bakstenen werden reeds gebruikt in de oudheid, aangenomen wordt dat in Nederland de productie techniek is herondekt door de kloosterlingen omstreeks 1250.
  • Steen
    Harde delfstof die niet smeedbaar, niet brandbaar en (vrijwel) niet in water oplosbaar is. Wordt in de bouwkunst gebruikt als houw-, breuk- of veldsteen. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden