Datering

Bedstededeur

Bedstededeur

Gedetailleerde beschrijving

Geprofileerde omlijsting rond een open ruimte (bovenaan) en een kussenpaneel (onderaan). In de open ruimte zijn vijf verticale, balustervormige spijltjes gevat. In de linker zijkant van de deur zijn twee uithollingen waar de scharnieren in bevestigd zijn geweest. Beschildering voorkant: De geprofileerde omlijsting is steen-rood (rood, wit) gemarmerd, op twee smalle randjes na; een rond de ruimte met spijltjes en een rond het paneel; deze zijn blauw (wit) gemarmerd. Het paneel heeft een steen-rood (rood, wit) gemarmerd rand, daarbinnen een witte lijn en daarbinnen een blauw vlak met een voorstelling die in wit geschilderd is. Er is een staande vrouw die in haar rechterhand een spiegel ophoudt voorgesteld. Onder de vrouw is de tekst 'Gesigt / 1763' geschilderd. Beschildering achterkant: De achterkant van het deurtje is steen-rood. Op het paneel zijn in zwart krullen en bloempatronen geschilderd, aangevuld met een putto, die zittend op een van de krullen is voorgesteld.

Identificatie
Titel
Bedstededeur
Objectnummer
004674
Objectcategorie
Bouwfragmenten
Objecttype
  • bedstededeur
    Twee kleine deuren in de wand waarmee een bedstede kan worden gesloten, o.a. tegen de kou tijdens het slapen.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-3972
Werk
Breedte
30.5 cm
Hoogte
90.5 cm
Lengte
2.5 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
  • grenenhout
    Grenenhout is een houtsoort dat afkomstig is van de grove den (Pinus silvestris) met roodbruine noesten en jaarringen, harsrijk, vrij duurzaam. Deze houtsoort is voornamelijk uit Scandinavië en de Oostzeelanden ingevoerd. Oorspronkelijk werd het aangeduid als vuren, doordat de grove den in Noorwegen furuen wordt genoemd. Het hout van de zilverspar (granen) wordt sinds de 17e eeuw in Nederland vuren genoemd, dat van de grove den grenen. Deze verwarrende naamsverwisseling dient bij het lezen van oude bronnen terdege in de gaten gehouden te worden. (Haslinghuis)
  • verf
    Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof. (AAT-Ned)
Aankoop & Licentie
Verworven
overdracht 12 november 1952
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Hindeloopen
  • Arnhem
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Wim Zandbergen , Wim Zandbergen