Bedstededeur

Deurtje; eiken; * aan de bovenkant een open ruimte met spijltjes en aan de onderkant een paneel. De omlijsting heeft rondom de ruimte met spijltjes en rondom het paneel een profielrand. De open ruimte is opgevuld met tien verticale, balustervormige spijltjes. Het kussenpaneel heeft een verhoogd middenveld waaromheen een profielrand is aangebracht. Aan de linkerkant heeft de deur een gedraaide houten knop waarmee een werveltje dat zich aan de achterkant van de deur bevindt gedraaid kan worden. In de rechter zijkant zijn uitsparingen waar de scharnieren in verzonken zijn geweest. Het vlakke deel van de omlijsting is steen-rood (wit, bruin) gemarmerd. De spijltjes en de gedraaide knop zijn bruin (grotendeels onbeschilderd). De profielranden rond spijltjes en paneel en de profielrand rond het middenveld van het paneel zijn creme (rood, bruin) gemarmerd. De rand van het paneel is lak-rood met acanthuskrullen, bloemen en vogels. Het middenveld van het paneel is beschilderd met een voorstelling van een groot aantal personen in een landschap. Op de voorgrond staan drie zakken. Bij de meest rechtse zak staat een kind en aan de andere kant knielt een man bij deze zak. De man heeft een beker in zijn hand. Achter deze voorstelling op de voorgrond zijn links vijf en rechts drie staande personen die toekijken. De achtergrond is gevuld met struiken en een boom. De beschildering op het paneel stelt Jozef voor die de zilveren beker vindt in de graanzak van Benjamin (Genesis 44: 1-13). De achterkant van het deurtje is steen-rood geschilderd. Opmetingstekening met details beschikbaar. Deurtje is vroeger rondom versmald waardoor de randbeschilderingen verminkt en daarom overschilderd werd.