Datering
Maker Onbekend

Naambord van de botter Coerier.

Naambord, hout, licht gebogen. Zwart vlak met daarin gestoken en goud geschilderde letters: 'COERIER'. De geprofileerde rand vertoont nog sporen van goudverf. Twee gaten ter bevestiging. Het hout is gespleten en er ontbreken fragmenten. Over de oorspronkelijke verflaag is een laag lak aangebracht.
De botter Coerier was een vishaler of viskoper van de firma Visser uit Heeg. Het schip haalde paling uit de omgeving van Elburg, Kampen en Blokzijl naar Heeg van waaruit die werd doorverkocht naar Londen. De botter Coerier lag met de palingaak Dorp Heeg in de winter van 1940 in het hellinggat van scheepswerf Kerstholt aan het Hoornsche Diep te Groningen. Daar zijn beide schepen in de winter van 1940-'41 gesloopt.
Het naambord is afkomstig uit de collectie van dhr R.G.E.G. (Rob) Martens (1923-2017) te Groningen, bij leven maritiem verzamelaar, auteur en vrijwilliger van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen. Hij was een zoon van het schildersechtpaar Alida Pott en George Martens, Ploeg-leden van het eerste uur.

Identificatie
Titel
Naambord van de botter Coerier.
Objectnummer
FSM-2023-043
Objecttype
  • Naamborden
    1. Algemene benaming voor paneel aan de muur van kerk of kerkelijke ruimte waarop de namen zijn gecalligrafeerd van bijvoorbeeld predikanten, geestelijken, kerkelijke ambtenaren, regenten of broederschapsleden, met toevoeging van de jaartallen van hun ambtstermijn. Ook borden met namen van wezen, jongelingen etc. Zijn de namen gecalligrafeerd op perkament of papier, gebruik dan de term: naamlijst. 2. Bord bij de ingang van de kerk, waarop de naam van de kerk en de tijden van de diensten te lezen zijn. Op dit bord zitten soms richels waartussen smalle bordjes worden geschoven met de naam van de dienstdoende predikant. (Religieus Erfgoedthesaurus)Houten bordje of plankje met een naam, bijvoorbeeld van de predikant die de komende zondag dienst zal doen. Deze naambordjes worden bewaard in een naambordjeskist. (Religieus Erfgoedthesaurus)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000026321
Over
Onderwerpen
  • Botters
    Vissersvaartuig van vooral het zuidelijke deel van de Zuiderzee. Viste in het bijzonder met sleepnetten en met kuilnetten. De botter had een licht V-vormig vlak met een even uitspringende kiel, hoekige kimmen en een bol openvallend, gladboordig beplankt boord. De lichtgebogen voorsteven viel vrij sterk naar voren, de rechte achtersteven had een nogal sterke valling. Het voorschip was bol, maar niet vol gebouwd en sterk geveegd, evenals het slank gebouwde achterschip. De botter had een hoge kop. Het voorschip was gedekt tot aan de mast. Daarachter bevindt zich het ruim waarin bij visbotters een grote bun stond. Botters hadden verschillende kenmerken naargelang hun herkomst. (MARDOC)Een middelgroot vissersschip met een relatief hoge voorsteven en een laag open achterschip. (Licht aan boord (2010))
Werk
Breedte
7.8 cm
Hoogte
1.8 cm
Lengte
26.4 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA