Datering
Maker Onbekend

Naambord van de motorboot BRAM.

Naambord. Rechthoekig. De korte zijde zijn versierd met halve cirkels. Het opschrift, in verdiepte, gotische letters: 'Bram'. De letters zijn verguld. De rest is gelakt.
Het naambord is afkomstig van de motorboot Bram, die in de jaren 1965-1973 Muiden als thuishaven had. De afmetingen van het schip: lengte 10.5 meter, breedte 3,5 meter.
literatuur: - Catalogus Scheepssier in Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1991, nr. 124-b

Identificatie
Titel
Naambord van de motorboot BRAM.
Objectnummer
FSM-1988-522
Objecttype
  • Naamborden
    1. Algemene benaming voor paneel aan de muur van kerk of kerkelijke ruimte waarop de namen zijn gecalligrafeerd van bijvoorbeeld predikanten, geestelijken, kerkelijke ambtenaren, regenten of broederschapsleden, met toevoeging van de jaartallen van hun ambtstermijn. Ook borden met namen van wezen, jongelingen etc. Zijn de namen gecalligrafeerd op perkament of papier, gebruik dan de term: naamlijst. 2. Bord bij de ingang van de kerk, waarop de naam van de kerk en de tijden van de diensten te lezen zijn. Op dit bord zitten soms richels waartussen smalle bordjes worden geschoven met de naam van de dienstdoende predikant. (Religieus Erfgoedthesaurus)Houten bordje of plankje met een naam, bijvoorbeeld van de predikant die de komende zondag dienst zal doen. Deze naambordjes worden bewaard in een naambordjeskist. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • Scheepssier
    Al datgeen aan boord van een schip dat mooier gemaakt is dan strikt noodzakelijk is of dat voornamelijk voor het mooi aangebracht is. (De Binnenvaart)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000010865
Over
Onderwerpen
  • Motorboten
  • Scheepsnamen
Werk
Breedte
cm
Hoogte
9.8 cm
Lengte
45.7 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Beukenhout
    Beukenhout is het hout van de beukenboom (Fagus sylvatica). Het is een vaste, vrij harde, maar weinig weersbestendige houtsoort, bleekbruin van kleur met donkerbruine spiegels, onderhevig aan trekken. Deze houtsoort is wel bruikbaar voor gereedschap en niet geschikt voor funderingshout. Het hout is een belangrijke brandstof voor glasovens. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA