Datering
Maker G. Barthel

Petroleumbrander, gebruikt bij het starten van een gloeikopmotor.

Petroleumbrander. Messing reservoir waarin aan de bovenzijde een drukpomp met houten handvat is aangebracht. Verder aan de bovenzijde een vuldop met ontluchtingsventiel, een messing schroef en een met lood gesoldeerde messing punt. Tegen de achterzijde van het reservoir is een stalen beugel gesoldeerd met een gedraaid houten handvat. Het reservoir staat op een stalen ring. Aan de voorzijde komt uit het reservoir een messing pijp met daarin een regelkraan. Deze pijp eidingt in het branderdeel dat is gemaakt van staal. In een ring loopt de leiding verder om de vuurmond en naar een verstuiver achterinn de brander. Onder de brander een goot. In de zijde van het reservoir het fabrieksmerk en de typenaam: "Diamantin / G. Barthel'.
De brander is gebruikt als noodbrander op het schip 'Risico' van Harmen Oppewal, de vader van de schenker. Harmen Oppewal - geboren 14 mei 1908, overleden 8 dec. 1986. Schipper te Oudega (W) en Sneek. Getrouwd (4 april 1936) met Lipkje Veenstra (geboren 14 juni 1909). Harmen Oppewal was schipper op het motorvrachtschip Risico. Het schip is gebouwd in 1914 of in 1915 door D. Boot te Alphen aan den Rijn. Lengte 25,88 meter, breedte 4,11 meter, diepte 1.60 meter, laadvermogen 85,922 ton. Motor: 20/24 pk Industriemotor. Op 18 febr. 1936 kocht Oppewal het schip (oude naam: Bertha). In 1942 werd een nieuwe motor ingebouwd: een Kromhout gloeikop-motor van 30 pk. In 1960 werd het schip verlengd met 3 meter. Het laadvermogen werd toen 103 ton. In maart 1966 werd de laatste reis gemaakt: een lading mest van Franeker naar Hillegom en vervolgens leeg van Hillegom naar Sneek. In februari 1969 is het schip gesloopt. Harmen Oppewal vervoerde veel mest van Friesland naar Hillegom. Hij kocht de mest van Jan Groninger te Sneek, van Frans van der Graaf te Berlikum of van Bakker te Sneek. Hij verkocht in Hillegom de mest aan mesthandelaren. De mest ging vervolgens naar bollenkwekers. Harmen Oppewal was een van weinige schippers die vergunning had om zelf vrachten te verhandelen. Zijn vader, Feike Oppewal, had die vergunning ook. Feike Oppewal was brandstoffenhandelaar (turf) in Oudega (W) en vervoerde (en verhandelde) mest naar Noord- en Zuid-Holland. Harmen Oppewal vervoerde veel van Noord- en Zuid-Holland naar Friesland (bijvoorbeeld kunstmest uit IJmuiden). In Friesland was vaak weinig vracht te krijgen voor terug naar Holland. Dankzij zijn handelsvergunning kon hij dan toch nog vaak met een vracht (mest) naar Holland. Het bracht weliswaar niet veel geld op, maar het was beter dan leeg van Friesland naar Holland te varen.
Deze brander was een reservebrander. Zowel de oorspronkleijke Industrie als de Kromhout die in 1942 werd ingebouwd waren gloeikopmotoren. Deze motoren waren voor hun werking afhankelijk van een hoge bedrijfstemperatuur waardoor het toegevoegde mengsel van brandstof en lucht kon ontbranden. Tijdens het draaien zorgde de motor voor zijn eigen warmte. Voor het starten van een koude motor moest deze echter eerst worden verhit. Daarvoor richtte men een petroleumbrander op een uitsteeksel op het gloeideksel, de zogenaamde duim. Zodra deze duim roodgloeiend was kon de motor worden gestart. Normaal gebeurde dat verhitten met een snelbrander die petroleum verstoof met perslucht. Als er geen perslucht beschikbaar was kon deze handbrander het verhitten van de gloeikop overnemen.

Identificatie
Titel
Petroleumbrander, gebruikt bij het starten van een gloeikopmotor.
Objectnummer
FSM-2011-093
Objecttype
  • Branders
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000022072
Over
Onderwerpen
  • Scheepsmotoren
    Een scheepsmotor is motor, die geschikt is om aan boord van een vaartuig gebruikt te worden, meestal is dit een dieselmotor in welk geval men spreekt van een scheepsdiesel.
Werk
Breedte
14 cm
Hoogte
37 cm
Lengte
40 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. G. Barthel
Datering
Materiaal
  • Messing
    Legering van koper en zink, z.g. geelkoper. Hiervan werden talloze voorwerpen gegoten, zoals kronen, lezenaars, koorhekken of onderdelen daarvan. Men noemde dit geelgieterswerk. (Haslinghuis)
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA