Datering
Maker Onbekend

Twee scheepskanonnen.

Twee identieke scheepskanonnen. Geplaatst op gereconstrueerde houten rolpaarden. De rolpaarden hebben houten wielen met ijzeren banden. Het beslag van de rolpaarden is slechts aan een zijde (die voor publiek zichtbaar is) aangebracht.
De kanonnen zouden afkomstig zijn van de Friese Admiraliteit. De overgrootvader van schenker O.Q. van Swinderen uit Loosdrecht, die ook O.Q. van Swinderen heette (1812-1870), was commissaris van een Scheepvaart Maatschappij te Groningen, die de kanonnen in bezit had. Bij liquidatie van de maatschappij kreeg hij de kanonnen kado. Hij plaatste de kanonnen op zijn landgoed Meerwijk te Zuidlaren. De heer Feith, directeur van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen, maakte H. Halbertsma erop attent dat de kanonnen van Friese oorsprong waren. Halbertsma heeft er toen bij achterkleinzoon O.Q. van Swinderen te Loosdrecht, de toenmalige rechtmatige eigenaar, voor gezorgd dat de kanonnen in Sneek kwamen.
literatuur: - Sneeker Nieuwsblad 4 november 1949 en 31 maart 1950, 14 juli 1950. - Ingekomen stukken 22 okt. 1949 en 4 dec. 1995.

Identificatie
Titel
Twee scheepskanonnen.
Objectnummer
FSM-P-003
Objecttype
  • Scheepskanonnen
  • Kanonnen
    Groot geschut op een onderstel, sinds de 14e eeuw ontwikkeld in Europa, dat voor het grootste gedeelte bestaat uit een ijzeren, bronzen of stalen loop die uit één stuk is gegoten of is opgebouwd uit een reeks smeedstukken. (AAT-Ned)
  • Geschut
    Enkelvoudig stuk geschut. (Stichting Menno van Coehoorn)Verzamelnaam voor vuurmonden, samengesteld uit schietbuis, onderstel (affuit) en richtmiddelen. (Stichting Menno van Coehoorn)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000013327
Werk
Breedte
cm
Hoogte
cm
Lengte
134.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden