Datering
Maker Onbekend

Gereedschapskist met schildergereedschap.

Gereedschapskist. Rechthoekig. Bruin geschilderd. In de kist twee platte bakken, verdeeld in vakjes. In de vakjes passen verftubes. Voorts in de kist: penselen en ronden bakje voor verf. ronde bakjes (voor verf) en penselen. Op het deksel: 'J.G. 1913'. De binnenkant van het scharnierbare deksel is grijs geschilderd. In het midden, aan de sluitingszijde zijn diverse restjes verf gesmeerd, waarin met een scherp voorwerp is ingekrast: '(...) NOVEMBER Groenveld 1951. Zaterdag'. Een langwerpige bak in de kist is letters gemerkt '2 Juni-'19' en 'Jan Groenveld (...) ember 1932, Irnsum'. De andere bak is grijs en is aan de onderzijde gemerkt 'J. Groenveld - veldwachter, 4 Juli 1913'.
De kisten komen uit het bezit van de familie Groenveld uit Jirnsum.

Identificatie
Titel
Gereedschapskist met schildergereedschap.
Objectnummer
FSM-1981-305
Objecttype
  • Gereedschapskisten
  • Schildersgereedschap
    Schildergereedschappen zijn bijvoorbeeld kwasten, penselen, paletten, paletmessen, spantangen en nietpistolen. Een schildersezel is een in hoogte verstelbaar werktuig, waarop de kunstschilder zijn werkstuk kan plaatsen. Atelierezels zijn meestal zwaar uitgevoerd voor de standvastigheid, voorzien van kleine wieltjes en een verstelmechanisme. Veldezels, die bedoeld zijn voor het schilderen in de buitenlucht, zijn vaak driebenig, lichtgebouwd en inschuifbaar en inklapbaar. Voor de ambachtelijk schilder zijn er gereedschappen als kwasten, schuurpapier, roller en plamuurmes enz.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000012644
Werk
Breedte
18.5 cm
Hoogte
10.5 cm
Lengte
46.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA