Datering

Roerklik, bol model.

Roerklik. Bol model. Gerestaureerd. Blauwe zijden met goudkleurig snijwerk van een spiraal uitlopend in loofwerk. Bovenranden rood met een wit middenvlak. Diverse sporen van bevestigingen. Opvallend is de gevorkte voorzijde die vermoedelijk ergens omheen haakte.
De klik is laatst afkomstig van de Hasselteraak De Koning Radboud, maar was daar mogelijk niet oorspronkelijk. De klik paste volgens schenkster niet goed op de helmstok van het schip. De Hasselteraak Koning Radboud werd in 1911 gebouwd als 'Nooit Volmaakt' op de werf van Eduard Roelf Kuiper te Rohel, een buurtschap bij Augustinusga. Opdrachtgever was Sytse Heringa uit Welsrijp die er turf mee wilde varen. Volgens overlevering trok bouwer Kuiper na het verkrijgen van de opdracht naar Dokkum waar hij een Hasselteraak bekeek waarop hij vervolgens zijn eigen ontwerp baseerde. Schipper Heringa verkocht het schip al in 1913, het was hem te smal voor een deklast turf, en daarop volgden vele eigenaren. Van 1953 tot 1966 diende het als basis voor de Zeeverkennersgroep Admiraal Coenders uit Leeuwarden. Zij gaven het de naam Koning Radboud. C.L. Looysen, echtgenoot van de schenkster, kocht het in 1966 en ging er in 1968 op wonen. Toen in 1971 het schip werd verkocht bleef de roerklik, die toch niet goed op de helmstok paste, bij dhr. en mevr. Looysen. Het uiteindelijke lot van het schip is onzeker. Mogelijk lag het anno 2021 nog in het Canal du Midi in Frankrijk. (bron: schepenlijst www.ssrp.nl)

Identificatie
Titel
Roerklik, bol model.
Objectnummer
FSM-2022-105
Objecttype
  • Roerklikken
    Vorm van scheepssier. Los sierstuk, op de bovenzijde van het roer bij diverse zeilschepen. (De Binnenvaart)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000026096
Werk
Breedte
6.3 cm
Hoogte
18.9 cm
Lengte
109.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA