Datering
Maker Onbekend

Roerklik.

Roerklik. Bol model. De klik is alleen versierd met een profielrand. Meerkleurig beschilderd.
De klik is afkomstig van een Groninger boltjalk.
literatuur: - Catalogus Scheepssier in Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1991, nr. 94 - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1980, p. 19

Identificatie
Titel
Roerklik.
Objectnummer
FSM-1980-210
Objecttype
  • Roerklikken
    Vorm van scheepssier. Los sierstuk, op de bovenzijde van het roer bij diverse zeilschepen. (De Binnenvaart)
  • Roersier
  • Scheepssier
    Al datgeen aan boord van een schip dat mooier gemaakt is dan strikt noodzakelijk is of dat voornamelijk voor het mooi aangebracht is. (De Binnenvaart)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000001097
Over
Onderwerpen
  • Boltjalken
    Tjalk met zeer ronde kim die werd gebruikt in de kanalen van de Groninger veengebieden; het boeisel was overal bijna even breed, het berghout is niet op dekhoogte, heeft smal berghout en heeft smalle stuiten (niet breder dan 5 cm). (Schepen die blijven / Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig. - 1999, pag. 51-52 )
  • Tjalken
    Van origine Nederlands rondgebouwd, gestrekt vrachtscheepje met volle boegen, sterk gekromde kimmen, vlakke bodem en geringe diepgang. Bestemd voor het vervoer van goederen door binnenwateren en soms kustvaart. (AAT)Nederlands, rondgebouwd, gestrekt vrachtschip met volle boegen, vlakke bodem en geringe diepgang. Vaargebied: binnenwateren, beperkte kustvaart.
Werk
Breedte
8.0 cm
Hoogte
21.0 cm
Lengte
101.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden