Datering
Maker Onbekend

Spanzaag.

Spanzaag. Houten H-vormig raamwerk. Boven een dunne ijzeren stang met in het midden een schroefdraadspanner (als een wantspanner). Onder het zaagblad. Met los zaagblad (B).
literatuur: - A.K. Mulder, Ald Ark (Leeuwarden, 1990)

Identificatie
Titel
Spanzaag.
Objectnummer
FSM-1979-051-A
Objecttype
  • Spanzagen
    Type zaag waarbij het zaagblad gevat is in een houten raamwerk.Wordt gebruikt voor het zagen van marmerblokken. Twee stijlen lopen enigszins naar elkaar toe. Er is een verbindende regel ver boven het midden van de zaag; dit in tegenstelling tot de spanzaag van de timmerlieden. Tussen de beide stijlen is aan de bovenkant een in elkaar gedraaid touw bevestigd. Onderaan is tussen de beide stijlen een zaagblad gespannen. Dit wordt op spanning gebracht door het touw boven in elkaar te draaien met behulp van een houtje, dat tussen het touw is gestoken en in ruststand tegen de regel wordt vastgezet. Aan één kant van de zaag is aan de stijl een handvat aangebracht. Tijdens het zagen wordt de zaag verticaal gehouden met een touw, dat aan weerszijden van de regel naar een vast punt op de grond wordt gespannen. (Van aaks tot zwei.)Zaag, waarbij het zaagblad in een raam aangespannen kan worden. In het algemeen wordt de zaag gevormd door twee verticale stokken die in het midden verbonden zijn door een regel. De bovenste helften van beide stokken vormen de handvatten van de zaag. Onderaan is een zaagblad tussen de stokken bevestigd. Bovenaan hebben de beide stokken een uitsteeksel waarom een in elkaar gedraaid touw wordt bevestigd dat de beide einden verbindt. In het midden van het touw is een stokje gestoken dat zo lang is dat het tegen de middenregel kan rusten. Door het stokje in de juiste richting rond te draaien, wordt het touw korter en de afstand tussen de beide handvatten kleiner. In ruststand wordt het uiteinde van het draaistokje achter de middenregel gestoken, zodat het touw niet terug kan draaien. Het spannen van het touw noemt men drillen. Er zijn spanzagen van ca. 30 cm tot een meter lang. Het zaagblad kan zowel fijn als grof zijn. In sommige gevallen zijn de handvatten naar elkaar toe gebogen. Andere naam: boogzaag.
  • Zagen
    Werktuig bestaande uit een platte strook staal, aan een zijde getand, bevestigd in een handvat en dienende om vaste (houten, maar ook metalen of stenen) voorwerpen door een heen en weer gaande beweging in stukken te verdelen of te vormen. (ABR)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000000708
Werk
Breedte
25.0 cm
Lengte
51.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA