Datering
Maker
Hoogaars ARM 29 "De vrouw Johanna"
Een hoogaars is overnaads gebouwd en voerde spriettuig met een zeer lange spriet. De Tholense hoogaars is thuis op de Oosterschelde. Het was een moderner type, met gladde huid en bezaantuig. Meestal werd daarmee op mosselen, oesters en garnalen gevist, waarvoor kornetten werden gebruikt. Een hoogaars heeft een opvallend lang spits voorschip met sterk vallende voorsteven. Bodemvlak en stevens zijn ook recht en er is een vaste voorplecht en een los dek of stelling. Voor de stuurkuip is de zogenoemde pot, waar de kookketel voor de garnalen staat.Net als de hengst werd de hoogaars gebruikt om mosselzaad te vissen in de Waddenzee.
Gedetailleerde beschrijving
NAAM/NUMMER: ARM. 29, "De vrouw Johanna" Arnemuiden. ALGEMEEN: volmodel, getuigd met zeilen. SCHAAL: ca. 1:10. TECHNIEK: met valse knieen gebouwd. OPSCHRIFTEN: "ARM. 29", "De vrouw Johanna", "Arnemuiden". TUIGAGE: spriettuig. mast(en) met staand want: Blanke mast met koperbeslag rond de voet, zwart boven de hommer, massieve voorstag en touw voorstag [!]. ZEILEN: met aangenaaide lijken en opgestikte banen // achterlijk. zeilen met rondhouten en lopend want: SPRIETZEIL: Bruin, 1 rij reefknuttels. Blanke spriet met koper beslag, met staander, sprietwoeling, 2 geerden, 2 geien, halstalie, en schoot op overloop. STAGFOK: bruin, 1 rij reefknuttels, 7 leuvers, val, schoot op overloop. Extra blok ter hoogte van het rif. KLUIVER: wit, vliegend, 1 rij reefknuttels, val, 2 schoten, hals op nok kluiverboom. VLIEGER (TOPZEIL): wit, 6 leuvers, val, schhot, hals. GATZEIL (BEZAAN): wit, blanke boom met oog op sprietzeil, val aan de spriet, schoot op de roerkop. BIJZEIL: bruin, opgedoekt. VISGEREI: bb. en sb een takel om het vistuig op te halen. Garnalenketel met vuurplaat, schepnet, rechthoekig gazen net, schep. ROMP: bruin met een rode glans. Groen achterboeisel met witte opschriften. ZWAARDEN: hoekige zeezwaarden met een groene kop, opgehangen aan beugels, zwaardloper via schildpadblok belegd op een kruisklamp op de achterbolder. ROER: aangehangen, 3 vingerlingen, groene kop, groen helmhout, stuurboog met 2 pennen, stuurdoft en stuurkuip. Grondtalie aan bb. GRONDTAKEL: 4 armige dreg aan ketting, braadspil met pal en 1 handspaak, kluis aan sb. VERBLIJVEN: Het KOT: met schuifluik en schoorsteen. VOORONDER: met luik en ladder. VOORPIEK: met luikje. AAN/OP DEK: 2 vorken in houders op het voordek. LOSSE ONDERDELEN: 2 zwarte (kolen)kisten, 1 touwfender, 1 koperen puts, 1 stokdweil, 1 pikhaak, 1 vaarboom, 2 roeiriemen. VLAGGEN EN WIMPELS: los liggende blauwe vleugel aan zwart scheerhout. Nederlandse driekleur aan sb in de mast. STANDAARD/VITRINE: uit latjes geconstrueerde standaard.HISTORISCHE BIJZONDERHEDEN: VISSERIJNUMMER ARM 29: Er is onder nummer ARM. 29 wel een motorhoogaars "De vrouw Adriana" bekend, maar geen "Vrouw Johanna". 1911: half gedekt platbodem zeilvaartuig "De Onderneming". 30/20 m3. Bemanning: 4 personen. Eigenaar: Jan van Belzen. Garnalenvisserij in de Zeeuwse Stromen en op de Noordzee, binnen en buiten de territoriale wateren. 1916: verkocht aan B. Mulder, 1929 verkocht aan K. van Beveren, 1930: YE 7. 4/1 1930: nieuw schip. Motorhoogaarts "De Vrouw Johanna", 55/25 m3, 4 personen. 8/11 1930: motor 30 pk Kromhout, eigenaar W. van Belzen Czn. Garnalenvisserij op de Zeeuwse Stromen en de Noordzee. 1947: overgenomen in een nieuw register. [register voor zee- en kustvissersvaartuigen, bijgehouden sinds 1911. De Arnemuidense nummers zijn ook opgenomen in J. van Beylen, De Hoogaars, p.308 enz.]
Reacties