Datering
Maker J.B. (Epse-Gorssel) Martein

Kaag

De kaag kent diverse varianten, net als de tjalk. De naam verwijst veelal naar het gebied van herkomst. De kaag is gemakkelijk te herkennen aan de rechte voor- en achtersteven. De meeste binnenvaartschepen hebben gekromde stevens. De platte bodem maakt de kaag zeer geschikt voor ondiep water.

Gedetailleerde beschrijving

ALGEMEEN: reconstructie 1750. Schaal: 1:25. Techniek: op spanten gebouwd. Vervaardigd naar tekeningen in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam. (bijlage bij brief, dd. 18-5 1960, dhr. Kruissink aan de staatssecretaris). DE MODELBOUWER: Dhr. J.B. Martein, Burgemeester Wentholtweg 8, Epse-Gorssel, geboren 1888, ging als 11-jarige jongen naar zee. In 1902-1903 voer hij met de stalen bark "Jeanice Woodside" uit Belfast, kapitein W.J. Woodside, eerst van Hull naar Adelaide met stukgoed, vervolgens in ballast naar New Castle (New South Wales), en van daar met kolen naar Antofagasta, en tenslotte met guano naar Hamburg. In 1916 werd dhr. Martein gezagvoerder bij de K.P.M. Hij overleed op 17-8 1963. [gegevens uit "De Blauwe Wimpel", verzameld door Bram Kleij]

Identificatie
Titel
Kaag
Objectnummer
006713
Objectcategorie
Schaalmodellen
Objecttype
  • kaag (vaartuig)
    De kaag is een oud scheepstype uit de 16e tot 19e eeuw, oorspronkelijk afkomstig uit Nederland. De kaag was een licht vaartuig voor de binnen- en kustvaart. De schipper van een dergelijk vaartuig werd aangeduid als kaagman of kaagschipper. (Wikipedia)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-2542
Werk
Breedte
18.0 cm
Hoogte
74.0 cm
Lengte
88.0 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Maker
  1. J.B. (Epse-Gorssel) Martein (vervaardiger)
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop 1 juni 1960
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Enkhuizen
  • Zwolle
  • Epse
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Picturae , Picturae