Datering
Maker Wilhelm Rievel

Schoorsteenstrijkijzer Rievels Patent Persyzer

Schoorsteenstrijkijzer geschikt voor houtskool. Gietijzer met scharnierend deksel dat met een palletje is vast te zetten. Aan de achterzijde een verstelbare beluchtingsopening en achterop de deksel een draaibare schoorsteen. Op de deksel "Rievels Regulier Bügeleisen 3" en: "D.R.G.M.". Aan de zijkant van de deksel een opgeschroefd plaatje met: "Rievels Patent Persyzer". Onder het houten handvat een gebogen beschermplaat van twee dunne platen ijzer met daartussen een laag asbest.
De meeste schoorsteen-strijkijzers werden voor links en rechtshandigen geconstrueerd om de rook zoveel mogelijk bij de gebruikster weg te leiden. Het Rievel's Patent-strijkijzer werd uitgevoerd met een draaibare schoorsteen en was daarmee "von einer epochemachenden Neuheit und leicht handlicher Formen". Het strijkijzer was verkrijgbaar in 5 maten van 4 tot 12 kilogram. de afkorting D.R.G.M. staat voor: Deutsches Reichs- Gebrauchs- Muster. Het strijkijzer is afkomstig uit de kleermakerij van Hendrik Wilbers. Hendrik Wilbers (bozum 14-6-1883 - Amsterdam 18-6-1935), eerst kleermaker, dan werkzaam bij Lankhorst. Op zijn 24e weer werkzaam als kleermaker. 29-5-1909 getrouwd met Grietje Doevendans. Rond 1918 openen zij een stoffenzaak annex kleermakerij in de Galigastraat te Sneek. Broer Sietze Wilbers wordt knecht in de zaak. Door verkeerde praktijken van een bankdirecteur raken veel middenstanders hun geld kwijt en worden ook Hendrik en Grietje Wilbers gedwongen de zaak te verkopen. Zij vertrokken hierop naar Woudsend. Binnen een jaar verhuisden zij weer terug naar Sneek, naar een bovenwoning op de Oude Koemarkt. In mei 1928 vertrok het gezin, Hendrik en Grietje met dochters Elisabeth en Cornelia, naar Amsterdam omdat er door de oprukkende confectie-industrie geen toekomst meer leek voor een maat-kleermaker in Sneek.
Meer genealogische gegevens in de map: "Geschiedenis van het kleermakersgeslacht Wilbers, 1660-1985", opgenomen in de documentatieverzameling.

Identificatie
Titel
Schoorsteenstrijkijzer Rievels Patent Persyzer
Objectnummer
FSM-2006-006
Objecttype
  • Strijkijzers
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000020472
Over
Onderwerpen
  • Kleermakerijen
Werk
Breedte
9.0 cm
Hoogte
24.5 cm
Lengte
26.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Wilhelm Rievel
Datering
Materiaal
  • Gietijzer
    Gietijzer is hard, bros en niet smeedbaar ijzer, verkregen door ruwijzer in een koepeloven te smelten. Soms wordt er kalksteen aan toegevoegd, waardoor het ijzer wordt gezuiverd van zwavel, fosfor e.d.. Het wordt sedert de vijftiende eeuw toegepast. Het gietijzer kreeg vooral in de negentiende eeuw ruime toepassing voor talrijke onderdelen in de bouw, zoals ankerrozetten, goten, kaponderdelen en kolommen, maar ook voor bruggen, grafmonumenten, plantenkassen en zelfs hele gebouwen, zoals het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam (1861). Elementen voor vuurtorens werden eveneens van gietijzer gemaakt en op de bouwplaats gemonteerd. De laatste ijzergieterij van belang in Nederland werd in 1983 gesloten. (Haslinghuis)
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA