Datering
Maker Lambertus Zijl

Tweedeurs kast, afkomstig van de boeier Almeri.

Kast. Twee deuren. De deuren zijn voorzien van panelen met in het midden kolommotieven. De poten steken naar voren en zijn versierd met houtsnijwerk.
De kast is afkomstig uit de boeier Almeri. De Almeri werd in 1912 gebouwd door Auke van der Zee te Joure. Het was de grootste boeier die hij heeft gebouwd. De Almeri had een lengte van 64 voet. Opdrachtgever was de commissionair in effecten en bankier J. Frederick Bangert te Amsterdam. De inrichting was van C.A. Lion Cachet (1864-1945). De uitvoerder was de meubelfabriek Mutters te Den Haag. Lambertus Zijl (1866-1947) verzorgde het houtsnijwerk. Het gebruikte hout was coromandel en mahonie. Om te voorkomen dat het schip in handen zou vallen van de bezetter, werd het schip tijdens de Tweede Wereldoorlog afgezonken. Daar heeft het erg van te lijden gehad. Herstel was moeilijk. In 1957 verkocht de familie Bangert de Almeri aan Marchienus de Jonge uit Warmond. In ruil voor het casco bouwde De Jonge voor de familie Bangert een model van de Almeri. Het lukte echter ook De Jonge niet het schip te restaureren. Hij verkocht het schip. Daarna lag het een poos te Stavoren, later in Leeuwarden en nog weer later weer in Warmond. Daar werd het gesloopt. Alleen de voor- en achterplecht bleven bewaard en werden bewaard in het Nederlands Scheepvaart Museum te Amsterdam. De interieuronderdelen waren toen al verwijderd door De Jonge, die ze had toegepast in zijn huis in Enkhuizen. Daaruit zijn grote delen gekocht door de latere eigenaar, U.E.E. Vroom.
literatuur: - Madelon Broekhuis (e.a.), Lambertus Zijl (1866-1947), (Assen, 1990), p. 120. - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1971-1972, pp. 13-14 - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1979, pp. 15-16 - Sneeker Nieuwsblad 4 juni 1973 - Catalogus scheepssier, Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1991, nr. 123 - H.G. van Slooten 'Eeltje Holtrop van der Zee en zijn familie' in: Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1988, pp. 116-118.

Identificatie
Titel
Tweedeurs kast, afkomstig van de boeier Almeri.
Objectnummer
FSM-J-189
Objecttype
  • Kasten
    Bergplaats, meestal afgesloten met een of meer deuren, losstaand of ingebouwd. (Haslinghuis)Meubelstuk om alle mogelijke zaken in op te bergen. Staat veelal op poten of een voetlijst, heeft een of meer deuren en aan de binnenzijde legplanken, laden of een kledingrek. Kasten in kerken en kloosters kunnen deel uitmaken van de kerk- of klooster-geschiedenis, vanwege functie en gebruik. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • Meubels
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000013381
Over
Onderwerpen
  • Boeiers
    Een rondgebouwd binnenvaartuig, dat zich voor vele doeleinden leende en o.a. veel werd gebruikt voor particulier vervoer, als marktscheepje, vcoor kerkgang, vervoer, pleziervaart e.d.) (MARDOC)Een van de meest typische Nederlandse pleziervaartuigen dat in de loop van de 17de eeuw onder verschillende vormen in de vaart kwam. Het is algemeen gekenmerkt door zijn ronde vormen en zijn lengte-breedte verhouding van 3:1. Het jacht voert een zogenaamde boeiertuig ook bekend als bezaantuig met een grootzeil met gebogen gaffel en een boom, terwijl het stagfok op een botteloef wordt uitgehouden, de kluiver op een kluiverboom. De zijzwaarden waren breed en rond. Boeiers waren bij uitstek luxeschepen die dikwijls op fraaie wijze versierd waren met beeldhouw- en snijwerk. Zij zijn nog steeds in de vaart.
Werk
Breedte
40.0 cm
Hoogte
80.5 cm
Lengte
65.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Lambertus Zijl
Datering
Materiaal
  • Coromandelhout
    Coromandel is gestreept ebbenhout dat uit Sulawesi (voorheen Celebes, Indonesië) komt. Dit hout wordt oa gebruikt voor het snijden van fineer voor meubelen, voor inleg- en draaiwerk en voor zolen van blokschaven en deurkrukken. (Haslinghuis)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden