Datering
Maker Onbekend

Hangkast uit de boeier Stavo.

Hangkast. Ronde toog. Twee deuren, met geschulpte bovenrand en voorzien van glas (roedeverdeling in vieren). Schuin naar voren lopende zijkanten, eveneens voorzien van glas. In de kast twee legplanken met waarvan de voorkanten geschulpt van vorm zijn.
De hangkast is afkomstig uit de boeier Stavo. De Stavo was een overnaadse, Zaanlandse boeier, die in 1923 werd gesloopt in opdracht van de toenmalige eigenaar, Jhr. mr. C. van Eijsinga. Schipper Tjerk Voordewind behield van het schip de mooiste onderdelen.
literatuur: - Sneeker Nieuwsblad 20 sept. 1956, 4 juni 1973, 24 sept. 1973. - H. Voordewind, Voordewind (Den Haag, 1951) 22-23. - H. Voordewind, 'Stavo' Klubboekje van de Vereniging Leeuwarder Watersport 49 (1965) 46-55 - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1971-1972, pp. 51-52

Identificatie
Titel
Hangkast uit de boeier Stavo.
Objectnummer
FSM-J-188
Objecttype
  • Kasten
    Bergplaats, meestal afgesloten met een of meer deuren, losstaand of ingebouwd. (Haslinghuis)Meubelstuk om alle mogelijke zaken in op te bergen. Staat veelal op poten of een voetlijst, heeft een of meer deuren en aan de binnenzijde legplanken, laden of een kledingrek. Kasten in kerken en kloosters kunnen deel uitmaken van de kerk- of klooster-geschiedenis, vanwege functie en gebruik. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • Meubels
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000008540
Over
Onderwerpen
  • Boeiers
    Een rondgebouwd binnenvaartuig, dat zich voor vele doeleinden leende en o.a. veel werd gebruikt voor particulier vervoer, als marktscheepje, vcoor kerkgang, vervoer, pleziervaart e.d.) (MARDOC)Een van de meest typische Nederlandse pleziervaartuigen dat in de loop van de 17de eeuw onder verschillende vormen in de vaart kwam. Het is algemeen gekenmerkt door zijn ronde vormen en zijn lengte-breedte verhouding van 3:1. Het jacht voert een zogenaamde boeiertuig ook bekend als bezaantuig met een grootzeil met gebogen gaffel en een boom, terwijl het stagfok op een botteloef wordt uitgehouden, de kluiver op een kluiverboom. De zijzwaarden waren breed en rond. Boeiers waren bij uitstek luxeschepen die dikwijls op fraaie wijze versierd waren met beeldhouw- en snijwerk. Zij zijn nog steeds in de vaart.
Werk
Breedte
18.5 cm
Hoogte
85.0 cm
Lengte
75.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Glas
    Een amorfe, anorganische substantie die wordt gemaakt door silica (siliciumdioxide) te fuseren met een basisoxide, meestal transparant maar vaak ook doorschijnend of ondoorschijnend. Kenmerkende eigenschappen zijn de hardheid en stijfheid bij normale temperaturen, de plastische eigenschappen bij verhoogde temperaturen en de weersbestendigheid en bestendigheid tegen de meeste chemische stoffen, behalve waterstoffluoride. Het wordt gebruikt voor zowel gebruiksdoeleinden als decoratieve doeleinden, en kan worden gemaakt in diverse vormen, gekleurd en gedecoreerd. Glas is ontstaan als glazuur in Mesopotamië in ongeveer 3500 v. Chr. De eerste voorwerpen die geheel van glas zijn vervaardigd, dateren van ongeveer 2500 v. Chr. (Project Fotografie)An amorphous, inorganic substance made by fusing silica (silicon dioxide) with a basic oxide; generally transparent but often translucent or opaque. Its characteristic properties are its hardness and rigidity at ordinary temperatures, its capacity for plastic working at elevated temperatures, and its resistance to weathering and to most chemicals except hydrofluoric acid. Used for both utilitarian and decorative purposes, it can be formed into various shapes, colored or decorated. Glass originated as a glaze in Mesopotamia in about 3500 BCE and the first objects made wholly of glass date to about 2500 BCE. (Project Fotografie)Glas is de verzamelnaam voor hard, doorzichtig, niet kristallijn materiaal, bereid uit gesmolten zand, kalk en soda (natriumcarbonaat) of potas (kaliumcarbonaat). Met 'niet kristallijn' wordt bedoeld dat glas een gestolde vloeistof is.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden