Datering
Maker Onbekend

Houten bak, afkomstig uit de mastmakerij van J. Algra te Leeuwarden.

Klein eikenhouten bakje.
De bak is afkomstig uit de mast-, blok- en pompmakerij van J.P. Algra aan het Noordvliet 221 te Leeuwarden. De bak is afkomstig uit de mast-, blok- en pompmakerij van J.P. Algra aan het Noordvliet 221 te Leeuwarden. Het bedrijf werd gesticht door Pieter Alles Agra. Hij verwierf in 1887 het genoemde pand. Het bedrijf werd door overerving overgenomen. Stamreeks: Alle Halbes Algra (Rijperkerk 16 april 1775 - Huizum 12 ok. 1824), kuiper te Leeuwarden en later boer te Deinum. Gehuwd met Janke Johannes. Zoon: Pieter Alles Algra (Deinum 4 mei 1818 - Leeuwarden 11 dec. 1908), gehuwd met Maaike Barendsma. Zoon: Jan Pieters Algra (IJlst 31 juli 1845 - Leeuwarden 16 okt. 1928), gehuwd met Marijke Pieters Visser. Zoon: Pieter Jans Algra (Leeuwarden 5 april 1875 - Leeuwarden, 27 juli 1954), gehuwd met Johanna Alberts Terpstra. Zoon: Jan Pieters Algra (Leeuwarden 14 feb. 1914 - 22 juni 1994), gehuwd met Reendertje Margaretha Maria van der Laan.
Literatuur: - R.S. Roarda, It Algera/Algra skaei 1425-1925, Leeuwarden 1956-1957 (2 delen). - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1979, p. 15

Identificatie
Titel
Houten bak, afkomstig uit de mastmakerij van J. Algra te Leeuwarden.
Objectnummer
FSM-1979-442
Objecttype
  • Bakken
    Kommetje. (ABR)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000001619
Over
Onderwerpen
  • Mastmakerijen
  • Leeuwarden
Werk
Breedte
15.5 cm
Hoogte
12.0 cm
Lengte
23.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA