Datering
Maker Onbekend

Pompmakersboor, afkomstig uit de mastmakerij van J. Algra te Leeuwarden.

Pompmakersboor met bij het snijvlak twee gaten voor het vebreden van het blad.
Ook wel pompschulpboor genoemd. Een dergelijke boor, een ruimer, werd gebruikt om een gat met een kleine diameter, dat eerder met een lepel of schroefboor door een pompbuis is geboord, te 'ruimen'. Met een telkens bredere boor werd het gat zo steeds breder gemaakt totdat het de gewenste diameter had bereikt. Sommige pompschulpboren konden worden verbreed door er een losse plaat metaal aan te schroeven. De haak aan het uiteinde diende om het boorsel uit het gat te trekken. Pompboren werden bevestigd aan een lange stang die ook nog verlengd kon worden om zo lange buizen te kunnen maken. In de wagenmakerij werd eenzelfde soort boor gebruikt voor het verbreden van de gaten in de naaf van een wagenwiel. Daar heette het een naafboor en deze had meestal een vaste kruk. (bron: www.mot.be)
De boor is afkomstig uit de mast-, blok- en pompmakerij van J.P. Algra aan het Noordvliet 221 te Leeuwarden. Het bedrijf werd gesticht door Pieter Alles Agra. Hij verwierf in 1887 het genoemde pand. Het bedrijf werd door overerving overgenomen. Stamreeks: Alle Halbes Algra (Rijperkerk 16 april 1775 - Huizum 12 ok. 1824), kuiper te Leeuwarden en later boer te Deinum. Gehuwd met Janke Johannes. Zoon: Pieter Alles Algra (Deinum 4 mei 1818 - Leeuwarden 11 dec. 1908), gehuwd met Maaike Barendsma. Zoon: Jan Pieters Algra (IJlst 31 juli 1845 - Leeuwarden 16 okt. 1928), gehuwd met Marijke Pieters Visser. Zoon: Pieter Jans Algra (Leeuwarden 5 april 1875 - Leeuwarden, 27 juli 1954), gehuwd met Johanna Alberts Terpstra. Zoon: Jan Pieters Algra (Leeuwarden 14 feb. 1914 - 22 juni 1994), gehuwd met Reendertje Margaretha Maria van der Laan.
Literatuur: - R.S. Roarda, It Algera/Algra skaei 1425-1925, Leeuwarden 1956-1957 (2 delen). - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1979, p. 15 - A.K. Mulder, Ald Ark (Leeuwarden, 1990)

Identificatie
Titel
Pompmakersboor, afkomstig uit de mastmakerij van J. Algra te Leeuwarden.
Objectnummer
FSM-1979-065
Objecttype
  • Boren
    Werktuig met aan het uiteinde een smal puntje waarmee draaiende een rond gat gemaakt kan worden in een harde stof. (ABR)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000001361
Over
Onderwerpen
  • Mastmakerijen
  • Leeuwarden
Werk
Breedte
12.0 cm
Lengte
65.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden