Gapers

Gapers vormen een wonderlijk gezelschap: gehelmde politieagenten en brandweerlieden, oosterse mannen met tulbanden, narren met bellen en zieken met een doek om het hoofd. Ze hingen bij apothekers en drogisten aan de gevel. Allemaal staren ze roerloos voor zich uit; de mond wijd open met een uitgestoken tong.
De achtergrond van de gapers is slechts gedeeltelijk te verklaren: in een tijd dat er nog geen lichtbakken of groene neonkruisen bestonden én dat nog niet iedereen kon lezen, trokken deze koppen goed de aandacht: híer moet je zijn voor goede kruiden en medicijnen! Toch verklaart dat nog niet de uiteenlopende vormen en soorten gapers. Daarover kan je hier meer lezen.

Verreweg het meest voorkomende type gaper is de oosterse man met donkere huidskleur en tulband, vaak versierd met smaragden en gouden kettingen. Deze 'Turkse' gaper zou verwijzen naar de oorsprong van veel geneesmiddelcomponenten die Europa binnenkwamen door handel met het Ottomaanse Rijk. Welvarende Ottomaanse handelaren waren regelmatig in het straatbeeld van de 17e eeuw te vinden zoals ook te zien is op dit schilderij van de Dam in Amsterdam, gemaakt in 1672 door Gerrit Adriaensz. Berckheyde. Een 17e eeuwse Amsterdammer zou dan dus ook de associatie kunnen leggen met exotische goederen bij het zien van de gaper boven de apotheek en direct weten dat hij daar moet zijn voor geneesmiddelen.

Anton van Os, één van de voormalige eigenaren van drogisterij A.J. van der Pigge in Haarlem, zag de gapers in de jaren dertig van de vorige eeuw uit het straatbeeld verdwijnen en gaf daarom zijn verzameling gapers een plek in zijn winkel. Tegenwoordig is deze collectie gapers eigendom van de Stichting Management voor Apothekers en de Gezondheidszorg.

De gapers zijn tevens hier te bewonderen.