Datering
Maker

Wieringer aak "WR 2"

Scheepsmodel van de Wieringer aak "WR 2". De Wieringer aak is een zwaar en breed visserschip, dat in Friesland werd gebouwd. Het schip werd gebruikt in Texel en Wieringen voor de vangst van wier, alikruiken, wulken, mosselen en zeesterren op het wad. De aak is een platbodem met een lage kop en een vrij hoog achterschip. De voorsteven is in tegenstelling tot de rechte achtersteven gebogen. Er is een vaste voor – en achterplecht met kooien in het vooronder. De ruimte daartussen kon worden afgesloten met losse planken, de zogenaamde ‘stelling’. Daarin liet men tijdens de wieroogst het wier uitlekken. Het roer is breed en heeft een ronde kop. Het schip voert een gaffeltuigage en een fok met kluiver als voorzeilen. In verband met het vaargebied is de fok klein gehouden. Deze loopt via een overloop, zodat makkelijk overstag kan worden gegaan. De bun in het schip werd, mits droog gemaakt, ook gebruikt voor het vervoer van mosselen en wier. De Wieringer aken vloot bedroeg omstreeks 1900 vijftig stuks.

Gedetailleerde beschrijving

OUD: 17 onderdelen. NAAM/NUMMER: "WR 2". ALGEMEEN: volmodel, getuigd met zeilen. SCHAAL: ca. 1:20. TECHNIEK: op inhouten gebouwd. OPSCHRIFTEN: "WR 2" op de boegen en in het grootzeil. TUIGAGE: mast(en) met staand want: vaste bruine mast met groene knecht en groene voet, zwart boven de hommer, koperbeslag. Massieve voorstag. ZEILEN: wit, met aangenaaide lijken en dubbel gestikte valse banen // achterlijk. zeilen met rondhouten en lopend want: GROOTZEIL: bruine giek en gebogen gaffel, 2 rijen reefogen, 5 rakbanden, kraanlijn, piekeval, klauwval, smeerreep, halstalie, schoot op overloop. STAGFOK: 11 leuvers, val=neerhaler, schoot op overloop. KLUIVER: vliegend, met traveller op bruine kluiverboom met zwarte nok door ring aan bb. van de voorsteven. Val, 2 schoten. ROMP: bruin, met vast voor- en achterdek. Het middenschip is gedekt met losse delen op merkels. VISGEREI: Bun met houten kaarplaat, trog en 2 deksels. 1 Kornet met lijn, 1 grote- en 1 kleine vis/schelpenbak met roosterbodem en handvaten, 1 grote houten bak. ZWAARDEN: zeezwaarden, bruin, uit een stuk, met koper beslag. VERLICHTING: koperen lantaarn aan davit met reflectorplaat tegen de snars aan sb naast de voorsteven. ROER: aangehangen, bruin, uit een stuk, 3 vingerlingen, groene kop, groen helmhout, stuurboog, schrapzet klosjes op het achterdek. GRONDTAKEL: zwarte vierarmige dreg met tros. Snars aan sb. naast de voorsteven, bruine braadspil, bruinluik op het kabelgat. VERBLIJVEN: Vooronder: bruin luik op het voordek, zwarte voet voor schoorsteenpijp, deurtje in het schot achter de mast. Achteronder: luik in het achterdek. AAN/OP DEK: 2 pompgaten op het voordek voor de waterbalk. LOSSE ONDERDELEN: 1 schop, 1 stokdweil, 1 pikhaak, 1 roeiriem, 1 kompas in een houten kistje met een houten deksel, 1 ongeidentificeerd stuk hout. VLAGGEN EN WIMPELS: 1 blauwe vleugel aan een geel scheerhout.

Identificatie
Titel
Wieringer aak "WR 2"
Objectnummer
008912
Objectcategorie
Schaalmodellen
Objecttype
  • Wieringer aak
    Nederlands platboomd vissersvaartuig voor de visserij op de Wadden en rond Wieringen vooral op platvis schelpen en wier. Het type werd in de tweede helft van de 19e eeuw ontwikkeld en gebouwd te Hindelopen, Makkum en Workum. De Wieringer aak is verwant aan de Lemmeraak, maar is korter en breder en heeft een lagere kop en een breder boeisel. De voorsteven is gebogen en vallend, de achtersteven recht en vallend. Het schip voerde smalle zwaarden. (aatned.nl)
  • scheepsmodel
    Nabootsing van een vaartuig op klein formaat. (Encyclo.nl)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-14700
Werk
Breedte
23.0 cm
Hoogte
72.0 cm
Lengte
77.0 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Maker
  1. (vervaardiger)
Datering
Materiaal
  • hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • textiel (materiaal)
    Textiel is letterlijk 'al wat geweven is'. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord 'texere' dat weven betekent. (Wikipedia)
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop 13 januari 1970
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Wieringen
  • Amsterdam
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Picturae , Picturae