Datering
Maker

Kuipje

Rond taps toelopende kuipje met twee handvaten. De duigen worden bijeengehouden door twee keer vier houten banden. Binnenkant is grijs-blauw geverfd. Onderkant is gemarmerd in de kleuren grijs en blauw. Buitenkant is beschilderd met blauwe acanthuskrullen en bloemen op een lichte ondergrond. De biezen zijn grijs/blauw geverfd en versierd met witte motiefjes.

Identificatie
Titel
Kuipje
Objectnummer
007934
Objectcategorie
Huisraad
Objecttype
  • kuip
    Een vat, ton of fust is een cilindrische constructie van hout, kunststof of metaal waar onder andere levensmiddelen (bijvoorbeeld zuurkool) of vloeistoffen (bijvoorbeeld bier) in kunnen worden bewaard. (Wikipedia)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-10173
Werk
Hoogte
20.5 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Maker
  1. (vervaardiger)
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
  • verf
    Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof. (AAT-Ned)
Techniek
  • Marmeren
    Het voorstellen van gepolijst marmer met schilderkunstige middelen zoals verf en vernis. Vaak zijn platen en stroken voorgesteld overeenkomstig de wijze van verwerken van echt marmer. Kleurbedoelingen en aderverloop zijn onbeperkt beheersbaar en te bereiken. Nederlandse handwerkslieden plachten in deze kunst uit te munten, getuige de lof die de Zweedse architect N. Tessin over hun marbrieren uitsprak (1687). Iets anders was de techniek waarop aan Hendrick de Keyser in 1612 en Cornelis de Graeff in 1628 octrooien werden verleend: marmersteen verkregen door het vermengen en in het vuur bakken van verscheyde verwen. Vgl. marmerstuc, stucco lustro. (Haslinghuis)
  • Geschilderd
    Schilderen: oppervlakkige behandeling, bestaande uit het aanbrengen van één of meer verflagen.
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop 11 juni 1965
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Hindeloopen
  • Enkhuizen
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Wim Zandbergen

Trefwoorden