Datering
Maker Onbekend

Houten mal voor een taatslager, waarin een spil kan draaien. Herkomst: W.F. Boomstra.

Houten mal voor een taatslager, waarin een spil kan draaien. Op de mal in potlood: 'W. Boomstra / Goënga'.
W. Boomstra was een bekend bouwmeester, ondermeer van boerderijen van het Old Burger Weeshuis te Sneek. De mallen werden gebruikt voor het maken van een gietvorm in modelzand waarna dit kon worden volgegoten met gietijzer.
literatuur: - G. Bakker (e.a.) Van Wezenzorg naar stadsbelang (Bolsward, 1981), pp. 97-98.

Identificatie
Titel
Houten mal voor een taatslager, waarin een spil kan draaien. Herkomst: W.F. Boomstra.
Objectnummer
FSM-1982-218-B
Objecttype
  • Gereedschap
    Gereedschap, apparatuur en benodigdheden oorspronkelijk gemaakt voor het beheer, toezicht, vangen, oogsten of verzamelen van hulpbronnen of te transformeren of wijzigen van bepaalde materialen, zowel ruw als bewerkt. (Nomenclature 3.0 for Museum Cataloging)
  • Mallen
    Een mal is een gietvorm waarmee een afgietsel van een voorwerp of een onderdeel wordt gemaakt. Vloeistof wordt in de mal gegoten en stolt, waardoor de na te maken vorm ontstaat. (Conservation Dictionary)In hout, gips, steen of metaal gesneden, verdiepte vorm, mogelijk aangevuld met een tegenvorm. Wordt gevuld met een zachter materiaal dan de mal ter verkrijging van een voorwerp. Zo zijn er houten mallen voor koeken, gipsen mallen om wassen beeldjes mee te maken of mallen van steen voor de vervaardiging van bijvoorbeeld tin-loden pelgrimsinsignes of devotiebeeldjes van klei (die vervolgens worden gebakken). RT matrijs; pons. (Religieus Erfgoedthesaurus). In negatieve vorm uitgezaagde plank waarmee door de stukadoor een lijst wordt getrokken (Van aaks tot zwei)In negatieve vorm uitgezaagde plank waarmee door de stukadoor een lijst wordt getrokken. (Van aaks tot zwei)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000025434
Over
Onderwerpen
  • Goënga
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA