Datering
Maker Pieter Atema

Houtsnijwerk in de vorm van een Sneker Pan. Zeilprijs van het skûtsjesilen in 1973.

Houtsnijwerk in de vorm van een koekenpan. In het ronde deel is het skûtsje De Sneker Pan gesneden. Eronder het opschrift "KAMPIOEN 1973".
Afkomstig uit de prijzencollectie van Douwe Jappieszoon Visser (geb. Zwolle 1957). Douwe Visser kwam in 1973 als bemanningslid aan boord van de Sneker Pan. In 1989 werd hij schipper. Onder zijn leiding werd de Sneker Pan negen maal Kampioen in de SKS: 1995, 1996, 2002, 2003, 2007, 2011, 2012, 2013 en 2016. In 2017 gaf hij het roer over aan zijn zoon Jappie.

Identificatie
Titel
Houtsnijwerk in de vorm van een Sneker Pan. Zeilprijs van het skûtsjesilen in 1973.
Objectnummer
FSM-2017-214
Objecttype
  • Pannen
    Een pan (Nederlands-Nederlands) of pot (Vlaams, Belgisch-Nederlands en Gronings) is een gebruiksvoorwerp, in de regel cilindrisch van vorm, waarin iets gekookt of gebakken kan worden. In Vlaanderen spreekt men over een pan of bakpan als men het in Nederland over een koekenpan heeft, ander kookgerei heet er kookpot of kortweg pot of kom.(Wikipedia)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000025101
Over
Onderwerpen
  • Skûtsjes
    Oorspronkelijk kleine Friese tjalken met een lengte tot circa 12 meter. De naam wordt tegenwoordig ook gegeven aan grote vrachttjalken die jaarlijks deelnemen aan het skûtsjesilen. (MARDOC)Zeilend, stalen kanaalscheepje met ronde vormen en kromme steven, sterk naar binnenvallend boeisel op voor- en achterschip, breed berghout met stuiten, gaffeltuig met de fok op een botteloef, uitgerust met een zogenaamde onderstijker voorzien van een wegerij, diepverzonken roef. Bij lengtes van 12 tot ruim 14 meter vaak rond de 3,3 meter breed. De grotere maten tot ca. 18 x 4,2 m. De holte bedroeg over het algemeen niet meer dan 1,2 meter. (De Binnenvaart)
  • Skûtsjesilen SKS
Werk
Breedte
18 cm
Hoogte
34 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Pieter Atema
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden