Datering
Maker Onbekend

Eén van 64 houten tekenmallen, gebruikt door A. de Boer te Lemmer.

Houten tekenmal. Hoek afgebroken. Hoort bij een kist met nog 63 tekenmallen maar is te groot om daarin te passen.
De mallen zijn gebruikt door Arie de Boer uit Lemmer, sommige exemplaren mogelijk al door zijn vader Dirk de Boer. Arie was de laatste De Boer op de scheepswerf die in 1874 was opgezet door zijn opa Pier de Boer. De werf is bekend om haar Lemsteraken.
De grondlegger van de werf was Pier Klazes de Boer (geboren 27-09-1837 te Woudsend – overleden 23-04-1904 te Woudsend). In 1865 trouwt hij met Sytske de Jong. Wanneer zij overlijdt, verhuist Pier de Boer naar Lemmer, waar hij in 1867 opnieuw trouwt met Sjoerdtje Harmens Visser. Zij krijgen samen in totaal 12 kinderen: Grietje, Harmen, Geertje, Trijntje, Klaas, Teetze, Dirk, Jelte, Maria, Froukje, Jelle en Hendrik. In 1874 zet Pier de Boer in Lemmer een scheepshelling op, samen met Thijs van der Vaart, die echter al snel weer vertrekt. In 1876 begint de werf goed te draaien, ook mede dankzij de opkomst van de Zuiderzeevisserij. Op de werf werden dan ook veel vissersschepen gebouwd. De werf is ook bekend geworden om zijn Lemsteraken. Op de werf zijn in totaal zo om en nabij de 250 aken gebouwd. In de lijst met geleverde vaartuigen komen we overigens naast de aken nog veel meer scheepstypen tegen, waaronder tjalken, klippers, vletten, bokken, sloepen, schouwen, pramen, punters, spitsen, mosselkotters. Al vroeg, in 1899, worden er op de werf ijzeren schepen vervaardigd. In 1901 wordt naast de oude helling speciaal een werf gebouwd, waar ijzeren schepen worden gemaakt. De ijzeren schepen werden gemaakt aan de hand van tekeningen, wat voorheen niet het geval was. Zoon Dirk de Boer ging speciaal op tekenles in Papendracht om zich in het vak van scheepstekenaar te bekwamen. Lang op les is Dirk niet geweest; hij kon op de werf niet worden gemist. Later was het Hendrik die zich aan de tekenlessen waagde en wel in Leidschendam bij zijn zwager Johannes Meijer. Hendrik bleek een succesvol scheepstekenaar te zijn. In 1901 wordt Pier door zijn vier zonen, Hendrik, Harmen, Dirk en Klaas, uitgekocht. In 1904 overlijdt Pier de Boer. Na de Eerste Wereldoorlog gaat het in de scheepsbouw allemaal wat minder en dat wordt ook op de werf in Lemmer gevoeld. Hendrik, Harmen en Klaas verlaten in 1925 de werf. Dirk blijft alleen over op de werf, samen met zijn zoon Arie de Boer. Arie de Boer was de laatste eigenaar. Omdat hij geen opvolger heeft om de werf over te nemen, verkoopt hij in 1960 de helling aan de firma Hilbrand Poppen uit Winsum. De firma Poppen houdt het tot 2000 nog in Lemmer uit tot de werf vanwege de strenge milieuweteisen de deuren moet sluiten.

Identificatie
Titel
Eén van 64 houten tekenmallen, gebruikt door A. de Boer te Lemmer.
Objectnummer
FSM-2011-158-64
Objecttype
  • Mallen
    Een mal is een gietvorm waarmee een afgietsel van een voorwerp of een onderdeel wordt gemaakt. Vloeistof wordt in de mal gegoten en stolt, waardoor de na te maken vorm ontstaat. (Conservation Dictionary)In hout, gips, steen of metaal gesneden, verdiepte vorm, mogelijk aangevuld met een tegenvorm. Wordt gevuld met een zachter materiaal dan de mal ter verkrijging van een voorwerp. Zo zijn er houten mallen voor koeken, gipsen mallen om wassen beeldjes mee te maken of mallen van steen voor de vervaardiging van bijvoorbeeld tin-loden pelgrimsinsignes of devotiebeeldjes van klei (die vervolgens worden gebakken). RT matrijs; pons. (Religieus Erfgoedthesaurus). In negatieve vorm uitgezaagde plank waarmee door de stukadoor een lijst wordt getrokken (Van aaks tot zwei)In negatieve vorm uitgezaagde plank waarmee door de stukadoor een lijst wordt getrokken. (Van aaks tot zwei)
  • Tekenmateriaal
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000024501
Over
Onderwerpen
  • Scheepsbouwtekeningen
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA