Datering
Maker I.G. de Visser

Scheepsmodel van een oorlogsjacht van omstreeks 1675

Scheepsmodel van een oorlogsjacht. Op spanten gebouwd. Schaal niet bekend. De romp: Het voorschip is rond. Het achterschip is gepiekt. De spiegel is plat en steekt deels uit. De bodem is rond. Het dek is vlak met een kleine verhoging in het achterschip. De romp is voorzien van drie berghouten. Tussen de onderste twee berghouten bevindt zich een rij van zes geschutspoorten in elke zijde aangevuld met twee in de boeg en twee in de spiegel. Uit de geschutspoorten steken bronzen kanonnen. De voorste poorten in de zijden zijn leeg. Achter de romp een aangehangen roer bevestigd met vijf vingerlingen. Rondhouten en tuigage: Het schip heeft een boegspriet en twee masten. De boegspriet hangt in een voorstag aan de grote mast. Aan de onderkant van de boegspriet hangt de ra, waaraan de blinde is vastgemaakt. De beide masten bestaan elk uit één stuk. De grote mast wordt gehouden door een voorstag op de steven (jufferblok van vijf gaten), door een staand want van vier hoofdtouwen met weeflijnen (touwladders) en tenslotte door een lopend want (bakstagen). Aan de grote mast hangt een spriet. De bezaanmast wordt gehouden door een staand want van drie hoofdtouwen met weeflijnen. Aan de bezaansmast hangt een ra voor het latijnzeil. De wanten zijn met puttingijzers en rusten vastgezet op de romp van het schip. Het model is voorzien van zeilen. Onder de boegspriet een blinde, voor de grote mast een fok, achter de grote mast een sprietzeil met bonnet en aan de bezaansmast een latijnzeil. Voor de schoot van het latijnzeil steekt een korte boom over de spiegel. De vallen zijn belegd op nagelbanken aan de voet van de masten. De schoten van de zeilen zijn op korvijnagels aan de binnenkant van de boeisels belegd. Aan de vlaggenmast op het campagnedek hangt geen vlag. De blokken zijn van hout. Ze zijn niet voorzien van lopende schijven. Het model van voor naar achter. Naast de steven twee kluisgaten waardoor ankertouwen lopen. De ankers hangen op het boeisel. De ankertouwen gaan via een braadspil naar het voorste dekrooster. Op de boeisels van het voorschip aan weerszijden een bolder en een draaibas. Ter hoogte van de grote mast de eerste van drie spuigaten aan weerszijden. Achter de grote mast een tweede dekrooster Aan weerszijden hiervan een trapje van twee treden tegen het boeisel. Ter hoogte van deze trapjes aan de buitenzijde van de romp enkele horizontale treden. Midden in het dek een vierkant gat in het dek met daarin een trap. Daarachter een derde rooster en een scharnier voor de kolderstok. Ter hoogte van de verhoging in het dek staan opnieuw twee draaibassen op de eveneens licht verhoogde boorden. Tegen het bovenste, uitstekende, deel van de spiegel is het wapen van de stad Amsterdam aangebracht. De romp is donker gebeitst en voorzien van een wit onderwaterschip. Het model staat op een houten stander.
Dit oorlogsjacht is in de basis een vlieboot maar dan aangepast voor oorlogstaken. Vlieboten werden in de zestiende en zeventiende eeuw veel ingezet als kustvaarder. Met haar geringe diepgang en grote wendbaarheid was het een uitermate geschikt schip voor de Nederlandse wateren en voor tochten naat bijvoorbeeld de Oostzee. De twee vooruitschietende kanonnen in de boeg zijn kenmerkend voor een oorlogsjacht.

Identificatie
Titel
Scheepsmodel van een oorlogsjacht van omstreeks 1675
Objectnummer
FSM-2017-003
Objecttype
  • Scheepsmodellen
    Nabootsing van een vaartuig op klein formaat. (Encyclo.nl)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000024159
Over
Onderwerpen
  • Oorlogsschepen
    Een oorlogsschip, ook oorlogsbodem, wordt gebruikt voor de oorlogsvoering te water. (Wikipedia)A ship that is built and primarily intended for war.
  • Vlieboten
Werk
Breedte
26 cm
Hoogte
96 cm
Lengte
123 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. I.G. de Visser
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden