Datering
Maker Onbekend

Achterdoftdeurtje met het wapen van de familie Visser, palinghandelaren uit Heeg.

Achterdoftdeurtje. Versierd met houtsnijwerk in reliëf: centraal een wapenschild onder kroon geflankeerd door klimmende leeuwen. Op het schild het wapen van de familie Visser uit Heeg: een halve tweekoppige adelaar, een vissersschip en een vis. Langs de zijden en bovenkant is een wit doek gedrapeerd over goudkleurige knopen. De achtergrond is donkerblauw. Op de achterzijde is aan plank aangebracht waarop aan één zijde sporen van een vermoedelijk houten klamp. Er is geen spoor van een slot.
Het deurtje is afkomstig uit een palinghaler of palingbuis van de familie Visser, palinghandelaren te Heeg. Het diende om een klein vak onder de achterste kuipbank (doft) af te sluiten.

Identificatie
Titel
Achterdoftdeurtje met het wapen van de familie Visser, palinghandelaren uit Heeg.
Objectnummer
FSM-2010-073
Objecttype
  • Deuren
    Barrières die draaien, schuiven, kantelen, of vouwen om een deuropening af te sluiten, meestal van een massieve en afgewerkte constructie en die meestal leiden naar binnenruimtes of die scheiden. Wordt ook gebruikt voor vergelijkbare elementen die een bak of een kast afsluiten. Voor minder massieve of afgewerkte constructies en die meestal twee buitenruimtes scheiden wordt 'hekken (poortonderdelen)' gebruikt. (AAT-Ned)
  • Scheepssier
    Al datgeen aan boord van een schip dat mooier gemaakt is dan strikt noodzakelijk is of dat voornamelijk voor het mooi aangebracht is. (De Binnenvaart)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000021913
Over
Onderwerpen
  • Heraldiek
    Kennisgebied waarin men zich bezighoudt met familiewapens, inclusief hun afbeelding en gebruik, het vaststellen van wie het recht heeft deze te dragen, de genealogie van families met een eigen wapen en het behoud en de interpretatie van heraldische documenten. (AAT)
  • Palingbuizen
  • Heeg
Werk
Breedte
35.4 cm
Hoogte
20.0 cm
Diepte
5.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden