Datering
Maker Oscar Grooten

Scheepsmodel van een zeiljacht uit de valkenklasse.

Scheepsmodel van een zeiljacht uit de valkenklasse. Op spanten gebouwd. Schaal 1:7½. Rondhouten en tuigage: Het jacht heeft een mast die is geplaatst in een mastkoker. De mast wordt gehouden door een voorstag welke door het voordek naar achteren wordt geleid en door twee zijstagen die onder de gangboorden met een spanner kunnen worden versteld. Verder is het model voorzien van een trapeze welke in een lus eeneens door het dek wordt gevoerd. De stagen en piekeval zijn gemaakt van geslagen staaldraad. De klauw- en fokkeval zijn evenals de trapeze vervaardigd van transparant kunststofdraad. Het model is uitgerust met zeilen van wit dacron: een fok en een grootzeil. De zeilen zijn gemaakt uit horizontale banen welke ter plaatse van de hoeken zijn verstevigd met een dubbeling. In het grootzeil is aan beide kanten het zeilteken (vogel) en het zeilnummer (830) geplakt. In de halshoek van beide zeilen een merkteken in de vorm van een rood pompeblêd. De hals van de fok is vastgezet aan een oog op het voordek. Het voorlijk van de fok loopt vrijwel parallel aan de voorstag, maar is daaraan niet bevestigd. De fokkeval loopt over een blok aan de top van de mast naar beneden en wordt bij de mastvoet onderdeks naar achteren gevoerd. De fokkeschoot loopt aan beide kanten door een in de lengterichting verstelbaar schootoog en een geleide blok op het gangboord naar klemmen op de kuiprand. Het grootzeil is voorzien van kromme gaffel die boven de mast uitsteekt. Het voorlijk van het grootzeil is met (imitatie)glijleuvers bevestigd aan een rail aan de achterkant van de mast. Het bovenlijk van het zeil is in een gleuf aan de onderkant van de gaffel geregen. De gaffel wordt gehesen met klauwval en een piekeval, die beide door het dek en naar achteren gevoerd worden. De gaffel heeft geen klauw maar een een scharnierbare grote glijleuver. In het achterlijk van het zeil zijn drie zeillatten gemaakt. Het onderlijk van het grootzeil is in een gleuf in de bovenkant van de giek geregen. De grootschoot is met het vaste einde vastgezet op een traveler op een korte overloop in de kuip. Het halende eind is dubbel getakeld over twee enkelschijfsblokken aan de giek en een enkelschijfs blok op de traveler. Het voorste blok aan de giek is bevestigd op een (imitatie)slede in een rail, het achterste aan een stuk lijn dat ook aan twee sledes aan deze rail hangt. Het halende eind van de grootschoot is gevoerd door een schijf op een roterende plaat en gaat vervolgens door een klem die op een hoger deel van dezelfde plaat is geplaatst. De roterende plaat is gemonteerd op een paal die ook dient ter ondersteuning van de overloop. De zilverkleurige overloop is verder gemonteerd op twee palen en voorzien van een traveler welke met klemmen aan weerszijden op zijn plaats wordt gehouden. Aan elke paal zijn meerdere gekleurde trimlijnen bevestigd evenals een lijn om de hangbanden omhoog te houden. Aan de top van de mast verder een blok met een spinnakerval van touw waarvan het einde nu is belegd op het stuurboordblok voor de spinnakerschoot. Het bakboordblok is ongebruikt. Voor de spinnakerschoten verder twee doorvoeren in de gangboorden net voor het achterdek. Op de top van de mast een pijlvormige windvaan aan een metalen pin met twee vaste wijzers schuin naar achteren. Alle zijn van metaal en voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip is scherp en heeft de vorm van een lepelboeg. Het achterschip heeft een platte, schuine spiegel. De bodem is geknikt (knikspant)met een versteviging op de kimmen. Het schip is voorzien van een aangehangen plaatkiel met balastbulb. Het roer hangt aan de spiegel. De helmstok is voorzien van een joystick. Het model van voor naar achter: De voorsteven is gemaakt van gelakt hout. Van de voorsteven tot de spiegel is op de hoek van dek en romp een stootrand gemaakt welke ter plaatse van de trapeze is verbreed en voorzien van een geregen lijn om wegslippen van de bemanning te voorkomen. Over voordek, gangboord en achterdek loopt van voor naar achter een waterlijst, die op enkele plaatsen is onderbroken voor het afvoeren van buiswater. Van de voorsteven tot de spiegel is het overigens mahoniehouten dek voorzien van twee ingelaten sierstrips in een lichtere houtsoort. In de gangboorden aan weerszijden de bevestiging van de zijstag en voor de fokkeschoot een schootoog, een metalen klamp en een geleideblok. De kuiprand steekt boven het dek uit. De kuip is van boven gezien granaatvormig: van voren puntig en van achteren plat. De kuiprand begint al voor de mast in een bloempot. Het voordek loopt door tot iets achter de mast. De ruimets onder het voor- en achterdek zijn leeg. De bodem van de kuip is bedekt met een buikdenning. In het midden kunnen twee luiken verwijderd worden om te kunnen hozen op het laagste punt. Hier starten ook de hangbanden die verder naar achteren op de buikdenning geschroefd zijn. Kleuren: De romp is wit.evenals het onderwaterschip en de kiel. Op beide zijkanten applicaties van de naam van het schip: "Sledgehammer" en afbeeldingen van voorhamers in grijs en blauw. Het dek en interieur zijn gelakt evenals de rondhouten, stootranden, waterlijsten, mastvoet en het roer. Accessoires: stander.
Oscar Grooten uit Hengelo (O) is amateur modelbouwer. Hij specialiseerde zich in het maken van zeiljachten. Hij vroeg daarbij vaak tekeningen op uit het archief van het Fries Scheepvaart Museum.
De valkenklasse is in 1938 ontworpen door E.G. van de Stadt in opdracht van deurenfabriek Bruynzeel. Dat het jacht werd gemaakt van hechthout baarde destijds veel opzien. Het ontwerp was gericht op seriefabrikage. De productie begon in 1939. Na de Tweede Wereldoorlog stopte de productie bij Bruynzeel. Anderen namen het over. On 1940 verschenen de eerste 100 valken op het water en datzelfde jaar werd de klasse door het KNWV als nationale klasse erkend. In 1967 werd de valkenklasseorganisatie opgericht. Er worden ook veel valken gebouwd van polyester. Deze worden veel gebruikt bij zeilscholen en verhuurbedrijven. In poly-valken mag echter niet gezeild worden bij wedstrijden. Het valkjacht met zeilnummer 830 is de Sledgehammer van Onno Yntema, die daar in 2008 kampioen mee werd.
literatuur: - Elisabeth Spits, Wat zeilt daar? (Eemdijk, 1998), pp. 90-91 - Waterkampioen, jrg. 13 nr. 669 (23 dec. 1939), p. 1117

Identificatie
Titel
Scheepsmodel van een zeiljacht uit de valkenklasse.
Objectnummer
FSM-2009-001
Objecttype
  • Scheepsmodellen
    Nabootsing van een vaartuig op klein formaat. (Encyclo.nl)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000021217
Over
Onderwerpen
  • Valkenklasse
Werk
Breedte
28 cm
Hoogte
102 cm
Lengte
86.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Oscar Grooten
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA