Datering
Maker Onbekend

Plaquette van het skûtsjesilen van 1986, gewonnen door Tjitte Brouwer.

Plaquette. Metaal. Afbeelding van een skûtsje met het zeilteken J (Joure). Er onder het opschrift "Skûtsjesilen 1986" en het logo van de Rabobank.
De plaquette behoort tot de prijzencollecite van de skûtsjeschipper Tjitte Brouwer.
Tjitte Lammertsz. Brouwer. Geboren Leeuwarden 20 okt. 1916, overleden Woudsend 5 jan. 1993. Zoon van Lammert Brouwer (1875-1954) en Jikke Dam. Hij had 14 broers en zusters. Vader Lammert was schipper op een skûtsje, actief in het vervoer van modder en zand. Hij liet in 1924 te Briltil een bolschip bouwen, dat de naam Hoop doet leven kreeg. Lammert Brouwer hield van snel zeilen. Door de wijze van werk verdelen bij afgravingen (wie het eerst komt krijgt de vracht) was dat ook economische noodzaak. Lammert Brouwer deed dan ook graag mee aan de westrijden skûtsjesilen en won ook vaak: onder andere in Burgum (1907), In Earnewâld (1926, 1930 en 1944). Enkele van deze prijzen kwamen in bezit van Tjitte Brouwer. Van de 15 kinderen was Tjitte de beste zeiler. Vader Lammert had hem meestal aan de fok zitten. Tjitte was fel. Dat ging volgens Klaas Jansma (boek "Hoop doet leven") zo ver dat het leek alsof hij in gesprek was met het doek: "toe fok ! rot fok!". Tot 1936 voer Tjitte mee op het schip van zijn vader. Van 1936 tot 1940 was hij werkzaam in de baggerwerken. In 1940 trouwde hij met Tjitske Boorsma (1918-2001) uit Earnewâld. In 1941 kocht hij het zeilschip Hoop doet leven van zijn vader. In 1947 kocht Tjitte Brouwer zijn eerste motorschip. Hij vervoerde er zand mee voor de gemeente Wymbritseradiel en voor Van der Veen te Bakhuizen. In 1971 gingen ze - wegens rheumatiek van vrouw Tjitske - aan de wal wonen, in Woudsend. Tjitte Brouwer ging varen voor Klaas van der Meulen. Tjitte Brouwer deed graag mee aan zeilwedstrijden. Eerst als fokkenist bij zijn vader. Later was hij ook fokkenist op andere skûtsjes (Langweer en Grou). Eerste plaatsen werden behaald in 1956 en 1957 (onder schipper Berend Mink) en in 1958, 1959, 1960, 1961, 1962 (onder schipper Ulbe Zwaga, zwager van Tjitte). Van 1968 tot 1985 was Tjitte Brouwer schipper op het skûtsje Gerben van Manen van Heerenveen. Hij was de opvolger van Siep van Terwisga. Tjitte Brouwer werd kampioen in 1968, 1974, 1975, 1976, 1977 en in 1981. In het vleugelklassement (over alle officiële SKS-wedstrijden) staat hij op de vierde plaats (50 maal eerste, 24 maal tweede n 15 maal derde). Ulbe Zwaga staat in het vleugelklassement op nr. 1. In 1985 nam Tjitte Brouwer afscheid als schipper. Hij werd opgevolgd door Tjitte Sietsesz. Brouwer. Bij zijn afscheid op 24 aug. 1985 werd Tjitte Brouwer benoemd tot erelid van de SKS (gouden speld) en tot lid (zilver) in de orde van Oranje-Nassau. Zijn prijzen, plakboeken en fotoboeken werden door Brouwers weduwe Tjitske Brouwer-Boorsma (overleden 7 mei 2001) gelegateerd aan het Fries Scheepvaart Museum.

Identificatie
Titel
Plaquette van het skûtsjesilen van 1986, gewonnen door Tjitte Brouwer.
Objectnummer
FSM-2001-202
Objecttype
  • Plaquettes
  • Zeilprijzen
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000017548
Over
Onderwerpen
  • Skûtsjes
    Oorspronkelijk kleine Friese tjalken met een lengte tot circa 12 meter. De naam wordt tegenwoordig ook gegeven aan grote vrachttjalken die jaarlijks deelnemen aan het skûtsjesilen. (MARDOC)Zeilend, stalen kanaalscheepje met ronde vormen en kromme steven, sterk naar binnenvallend boeisel op voor- en achterschip, breed berghout met stuiten, gaffeltuig met de fok op een botteloef, uitgerust met een zogenaamde onderstijker voorzien van een wegerij, diepverzonken roef. Bij lengtes van 12 tot ruim 14 meter vaak rond de 3,3 meter breed. De grotere maten tot ca. 18 x 4,2 m. De holte bedroeg over het algemeen niet meer dan 1,2 meter. (De Binnenvaart)
  • Skûtsjesilen
  • Joure
Werk
Breedte
6 cm
Hoogte
8 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden