Datering
Maker H. Hoekstra

Scheepsmodel van een roeiboot.

Scheepsmodel van een roeiboot. Op spanten gebouwd. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: geen. Romp: scherpe voorsteven, platte achtersteven, plat vlak. Het model van voor naar achter: Rechte stevenbalk. Daaraan een voorplecht met opstaande rand. In het voorschip een dwarsbank. In de bank een ring met landvast en houten spit. Buikdenningen in de vorm van open flonders. Op de boorden verstevigingen voor de roeidollen. In het achterschip een bank met luikje. Aan de achtersteven geen roer. Kleuren: Het vlak is zwart. De boorden zijn gelakt. De voorplecht, de banken en de verdikkingen op de boorden zijn groen. De buikdenningen en het luikje van de achterbank zijn gelakt. Accessoires: twee roeiriemen en een stander.

Identificatie
Titel
Scheepsmodel van een roeiboot.
Objectnummer
FSM-1999-018
Objecttype
  • Scheepsmodellen
    Nabootsing van een vaartuig op klein formaat. (Encyclo.nl)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000016181
Over
Onderwerpen
  • Roeiboten
    Kleine boot voor het vervoer van personen, waarmee werd geroeid; in deze studie worden de kleine vaartuigen in Friesland er ook bijgerekend ook al werden die gezeild; het betreft hier een indeling op functie, namelijk het vervoer van enkele personen.
  • Boten
    In het algemeen te gebruiken voor vaartuigen die kleiner en minder zeewaardig zijn dan schepen en meestal niet zijn ontworpen om grote open wateren over te steken. (AAT-Ned)A vague term loosely applied to a vessel of any type, form or construction considered too small to be a ship.Such vessels vary considerably in construction and form, and are used for a variety of purposes. The term is generally applied to undecked vessels, and has connotations of unseaworthiness, unsuitability for independent operation, portability and/or unsophisticated construction.
Werk
Breedte
11.7 cm
Hoogte
4.8 cm
Lengte
33.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. H. Hoekstra
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden