Datering
Maker Johannes Clazes Sjollema

Scheepsmodel van een beurtschip, vervaardigd door Johannes Clazes Sjollema te Woudsend.

Scheepsmodel van een beurtschip. Blokmodel. Gemaakt in de vorm van een speelscheepje: de kiel is vele malen te groot in verhouding tot de romp en is aan de onderkant met metaal verzwaard. Schaal niet bekend. De Romp: Het scheepje is rond van vorm, zowel in voor- en achterschip als in de bodem. Tuigage: Het model is voorzien van één mast. Deze is los. De rest van de tuigage ontbreekt. Wel zijn er nog onderdelen van overgebleven op het model. Voor de ophanging van de zwaarden zijn de puttingijzers van de stagen te zien. Ze zijn gemaakt van inelkaar gedraaid ijzerdraad. Voor de mast is een metalen overloop voor het schootblok van de fok. Achter de roef een kleine overloop voor de grootschoot. Het model van voor naar achter: Aan weerszijden van de voorsteven kluisborden en berentanden. Breed berghout. Op het voordek twee luiken. Achter de mast een ronde luikenkap. Daarop zijn vier luiken geschilderd. De roef is hoog. De zijwanden zijn overnaads opgebouwd. Het dak is bol. In de achterwand van de roef zijn twee ramen geschilderd. Het achterhuis is hoog en voorzien van een schuifluik. Op het boeisel een aantal metalen ogen en één bolder (aan bakboord in het achterschip). Achter de mast de ophanging van de zwaarden. De koppen van de zwaarden zijn verdikt. Aan de achtersteven drie ogen waarin het roer (dat ontbreekt) heeft gehangen. Aan weerzijden van de achtersteven twee naamborden. Daarop is geschilderd: '18 JOHANNES' en 'SJOLLEMA 66'. De kiel is groot. Aan beide zijden van de kiel een opschrift. Aan bakboordzijde: 'Laatste werk van J.C. Sjollema in le- / ven Scheepsbouwmeester te Grouw en Woudsend'. Aan stuurboordzijde: 'Overleden te Woudsend den 14e Febr. 1867 / in den Ouderdom van ruim 75 Jaar'. Kleuren: De kiel en het onderwaterschip zijn wit. De romp is beschilderd in een houtimitatie. Zwarte lijnen suggereren de gangen, de spuigaten en andere beplanking (van het dek bijvoorbeeld). Het berghout is donkerrood.De dekken en luiken zijn ook beschilderd in een imitatie van hout. De achterwand van de roef is groen. Accessoires: de mast is los, evenals het stuurboordzwaard. Bij het model is een stander.
Johannes Clazes Sjollema. Geboren te Grou op 21/24 nov. 1791 en overleden te Woudsend op 14 februari 1867. Zoon van Claes Piers Sjollema (Grou 1767-1850) en van Dieuwke Andries (1767-1836). Net als zijn vader was Claes Piers Sjollema scheepsbouwmeester te Grou. Daarnaast was hij Assessor van de grietenij Idaarderadeel en ouderling van de Nederlands Hervormde Kerk van Grou. Ook was hij boekhouder van het Kofschip De Jonge Cornelis. Enkele afrekeningen van zijn hand bevinden zich in het archief Ate G. Reitsma (bewaard in het Fries Scheepvaart Museum). Claes Piers Sjollema was patriot. Toen deze partij aan de verliezende hand was vluchtte hij naar Engeland. Een jaar later keerde hij heimelijk terug en woonde in het geheim bij een boer op De Bird bij Grou. Van Claas Sjollema is een portret bekend. Een kopie daarvan wordt bewaard in de Knipselmap Sjollema. Het signet van Claas Sjollema behoort tot de collectie van het Fries Scheepvaart Museum (inv.nr. 1996-278). Johannes Clazes Sjollema, de zoon van voornoemde Claas Sjollema en de vervaardiger van het model, volgde zijn vader op als scheepsbouwer. De scheepswerf was toen al verlopen. In mei 1852 vertrok hij naar Woudsend en overleed aldaar. Hij werd begraven in Grou. Johannes Clazes Sjollema trouwde in 1787 met Doetje Eesges Boonstra (geboren te Grou in 1795, overleden te Terherne in 1872 en begraven in Grou). Ze hadden negen kinderen, waarvan er vijf tot volwassenheid kwamen: - Dirkje Johannes Sjollema (1819-1875) - Dieuwke Johannes Sjollema (1821-1894) - Tetje Johannes Sjollema (1826-1865) - Klaas Johannes Sjollema (1831-1878) - Jelmer Johannes Sjollema (1833-1918). De laatste zoon was vanaf 1860 scheepsbouwmeester te Oudewetering.
literatuur: - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1998, p. 27-28

Identificatie
Titel
Scheepsmodel van een beurtschip, vervaardigd door Johannes Clazes Sjollema te Woudsend.
Objectnummer
FSM-1998-230
Objecttype
  • Scheepsmodellen
    Nabootsing van een vaartuig op klein formaat. (Encyclo.nl)
  • Speelschepen
  • Modellen
    1. Een nabootsing op kleine schaal van een object, vaak bedoeld als leer- en illustratiemateriaal. 2. Vormvoorbeeld om te kopiëren of als bron van inspiratie, bijvoorbeeld een ontwerptekening in een modellen- of voorbeeldboek. 3. Twee- of driedimensionale weergave op schaal van een te vervaardigen object, gemaakt door een kunstenaar ten behoeve van zijn opdrachtgever. (Religieus Erfgoedthesaurus)Weergaven of kopieën van een object die groter of kleiner zijn dan de feitelijke grootte van het weer te geven object, en waar bij de vervaardiging de exacte onderlinge verhoudingen zijn gehandhaafd. Een schaalmodel is meestal kleiner dan het origineel en wordt gebruikt ter illustratie van het object, als speelgoed of verzamelobject, of als hulpmiddel bij het construeren van het object op volledige grootte. Schaalmodellen kunnen één- of tweedimensionaal zijn. Schaalmodellen worden meestal vervaardigd op basis van een standaardschaal voor het betreffende product. Zo bestaat voor modeltreinen de populaire H0-schaal (schaal 1:87), voor scheepsmodellen is een schaal van 1:500 gangbaar en bij meubilair voor een poppenhuis een schaal van 1:12. (AAT)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000014146
Over
Onderwerpen
  • Beurtschepen
    Binnenvaartuig dat op geregelde tijdstippen een vaste dienst onderhoudt tussen twee of meer havens voor het vervoeren van vracht en/of passagiers. (MARDOC)
Werk
Breedte
8.0 cm
Hoogte
10.5 cm
Lengte
22.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Johannes Clazes Sjollema
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden