Datering
Maker Onbekend

Lepelboor. Afkomstig uit de nalatenschap van mastmaker Jan Visser uit Sneek.

Lepelboor. Ronde schacht. Klein lepelblad. Houten dwars-handvat.
De lepelboor is afkomstig uit de nalatenschap van Jan Visser, in Sneek beter bekend als 'groate Jan'. Hij was mastmaker in dienst van de mast- en blokmakerij van Sybren Kuipers aan de Eerste Oosterkade te Sneek. Jan Visser overleed in maart 1996. Lepelboren met kort lepelblad werden gebruikt voor het maken (uithollen) van klompen.
literatuur: - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1996, p. 22

Identificatie
Titel
Lepelboor. Afkomstig uit de nalatenschap van mastmaker Jan Visser uit Sneek.
Objectnummer
FSM-1996-074
Objecttype
  • Lepelboren
    Lange avegaars die aan het einde uitlopen op een getand lepelblad met één scherp uitsteeksel in de vorm van een tuit, en een ander dat omhoog is gebogen om de spaanders uit het boorgat weg te houden en op te vangen. (AAT-Ned)
  • Boren
    Werktuig met aan het uiteinde een smal puntje waarmee draaiende een rond gat gemaakt kan worden in een harde stof. (ABR)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000013592
Over
Onderwerpen
  • Mastmakerijen
  • Sneek
Werk
Breedte
37.0 cm
Hoogte
40.0 cm
Lengte
cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Staal
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden