Datering
Maker Onbekend

Traveller of loopring van een palingaak.

Loopring of traveller op de kluiverboom. IJzeren ring, bekleed met touw, afgezet met turkse knopen. Tussen deze twee knopen blijft de ring 14 cm kaal. Daar bevinden zich een D-sluiting waaraan de uithaler wordt bevestigd en twee gesmede haken om voorzeilen aan te bevestigen. Een touwstropje om de loopring terug te kunnen trekken
De traveller is waarschijnlijk afkomstig van een palingaak. De schenker heeft gevaren op de palingaken uit Gaastmeer.
literatuur: - Sneeker Nieuwsblad 20 sep. 1956.

Identificatie
Titel
Traveller of loopring van een palingaak.
Objectnummer
FSM-J-203
Objecttype
  • Travellers
  • Tuigage
    Alles wat dient om een schip op te tuigen, het rondhout, touwwerk en de zeilen van een schip. Wordt ook wel want genoemd.
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000010867
Over
Onderwerpen
  • Palingaken
    Heegeraak, soms ook een Lemmeraak of ander type, waarmee men men paling naar Engeland gebracht werd of die in verband met de palinghandel permanent in Londen gemeerd lagen. (debinnenvaart.nl)
Werk
Breedte
cm
Hoogte
cm
Lengte
cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
  • Touw
    Koord; bundel garen die eerst tot een draad gesponnen wordt, waarna meerdere draden tot een streng of kardeel worden geslagen. Meerdere kardelen bij elkaar vormen een touw.Zwaar koord, tenminste 6,35 mm in diameter, dat is gevormd door twee of meer strengen van natuur- of kunstvezel ineen te draaien. (Toegepaste Kunst Project, RKD)Een touw of koord is een middel om zaken bij elkaar te binden, of om trekkrachten over te brengen. In het laatste geval gebruikt men vaak een dikkere variant, kabel of zeel die bestaat uit ineengedraaide strengen. Dit zijn op hun beurt weer om elkaar heen gedraaide draden of vezels.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden